donderdag 27 november 2014

Smak

Oorspronkelijk gepubliceerd 09/12/2004

De uitdrukking:"hij/zij zie het leven als een film aan zich voorbijtrekken" of woorden van gelijke strekking, kan natuurlijk niet ouder zijn dan voornoemd verschijnsel. Het is derhalve de vraag of een opeenvolging van beelden, inclusief vertragingen, in- en uitzoomen, door de hersenen worden geproduceerd als aangeleerd proces of niet. Van de werking van de hersenen weet ik niks, maar gisteren had ik wel film. 

Ik viel namelijk. Iedereen valt weleens. Ik waarschijnlijk iets vaker dan de meeste iedereen, maar zoals gisteren was ik nog nooit eerder gevallen. Ná mijn val moest ik regelmatig denken aan een andere uitdrukking, en wel deze: "hij voelde de grond onder zijn voeten wegzinken (of zakken)". De uitdrukking  lijkt mij  te zijn ontstaan in de moerassige delta van de Rijn en aanpalende stromen. Ik kan u echter verzekeren dat het voor bergachtige streken de moeite zou lonen een adequate vertaling te maken. 

Eén van mijn buren wilde een stuk dak van een in verval geraakte schuur renoveren en had daartoe mijn hulp ingeroepen. Ter vervanging van verrotte dakbalken lieten wij ons oog vallen op oude palen van de PTT die al jaren niet meer worden gebruikt en slechts dienen ter horizonvervuiling. De palen zijn ooit voor de eeuwigheid met gif behandeld en verkeren in goede staat. 

Onze vierde paal stond scheef. Desondanks stond  de verankeringsdraad strak (in de richting van de scheefstand). Dit had mij aan het denken kunnen (en moeten) zetten. Dat gebeurde echter pas achteraf. Van dat denken bedoel ik. Bij het doorknippen van de eerste draad leek de tweede nog ietsje strakker te trekken. Vreemd, dacht ik, oppassen dat er straks niks in mijn gezicht zwiept. Ik wendde mijn hoofd af en knipte opnieuw.

De PTT heeft bij de aanleg van de bovenleiding naar ons dorp de weg zo'n beetje gevolgd. De weg loopt voor een deel door een kloof. Met behulp van dynamiet en het bouwen van muren is de weg destijds aangelegd. Beneden in de kloof kun je 's zomers canyonningen. De spandraden van de telefoonpalen gaan natuurlijk niet naar de weg, maar opzij, naar de vangrail, als er helemaal niks is, of zover naar beneden als de terreinomstandigheden dit toelaten. Mijn spandraad was ongeveer drie meter beneden het wegdek vastgemaakt aan een rotsblok. 

¡Knip!

Het rotsblok verkreeg  eindelijk de vrijheid waarnaar het al zo lang verlangde. Gekluisterd als het al die jaren aan de telefoonpaal was geweest met twee stomme ijzerdraadjes. Met een tevreden gevoel deed het dat wat zijn vriend de zwaartekracht hem steeds toefluisterde. ¡Kom! ¡Kom met mij mee! ¡Beneden zul je gelukkig zijn!
Tegen en bovenop dit rotsblok leunden, stonden, lagen of zaten ongeveer één kubieke meter stenen, aarde & gruis. En bovenop die kubieke meter een mens. Dat was ik. 

In tekenfilms blijft de held in zulke gevallen nogal eens hangen aan een boomtak onderweg. Het is niet overdreven om te zeggen dat ik wanhopig graaiend probeerde het stammetje  van een struikvormige steeneik te pakken. Ik weet niet of ik hem even heb vastgehad en met mijn ene hand mijn neerstortende lichaam niet kon stoppen of dat ik gewoon miste, maar als Superman ben ik niet geboren. 

¡Kut!

Banaal maar waar, ik dacht het. En ook dat ruggelings vallen in ieder geval niks oplevert -je wordt zo merkwaardig helder op zo`n moment- en ik mijzelf moest draaien. Ondertussen zag ik boven, onder en naast mij stukken berg, puin, gruis en stof met mij naar beneden komen. Door de steeneiken -die hun blad in de winter vasthouden- was het zicht op wat zich onder mij bevond mij ontnomen. Daardoor wist ik niet hoeveel meter val mij te wachten stond. Het zouden er véél meer dan tien kunnen zijn, bedacht ik mij.

¡Yes!

Ook zoiets dacht ik echt, want ik zag dat mijn baan al binnen vier, vijf meter (tijdelijk?) op de grond zou eindigen en dat ik nogeens drie meter lager een (steil) stuk grasland tegemoet ging. Gek, maar ik dacht: schrammen, pleisters, kneuzingen en hooguit wat breuken. Dat wordt het. 

En dat werd het. Hardhandig contact met de grond, nog een soort salto toe en ik lag in het weiland. Groggy, met een bloedende hoofdwond, wat kneuzingen en schaafwonden.
De alternatieve scenario's zal ik u onthouden, want ik krijg zelf al buikpijn als ik eraan denk.

Naschrift 2014: Dit was 10 jaar terug. De reden dat ik het verhaaltje nu opnieuw plaats, is dat ik recent mijn profielfoto heb aangepast. Die is van vorig jaar, toen er een klein stukje verder dan waar voornoemde gebeurtenis plaatsvond een stukje weg zoekgeraakt was. Ik hang daar -gezekerd!- boven die afgrond waar ik 10 jaar geleden nét niet was. 

Terug naar de website

Geen opmerkingen:

Een reactie posten