woensdag 2 november 2016

Bere(n)sporen & big data

Greedy


Zodra ik dit stukje getikt heb en op "Publiceren" druk, heb ik een stuk of wat lezers. In realtime gaat dat en dankzij Google krijg ik de statistieken aangeleverd. Gratis en voor niks. Kan ik meteen zien waar die hunkerende lezers wonen. In de VS en Rusland zijn ze vooral erg greedy. Als auteur is dat prettig, lezers. Als mens kan ik mijzelf afvragen of ze in Rusland en de VS werkelijk geïnteresseerd zijn in mijn episteltjes. Ze kunnen het vermoedelijk niet lezen, maar wellicht hebben ze vertaalprogrammaatjes. Ik heb er weleens over gedacht om terroristisch getinte kul te publiceren. Kijken hoe lang het duurt voordat ze hier voor de deur staan. Maar dat vind ik toch een beetje eng. 

Bere(n)sporen

Philo van Gastel schreef in 1994 een boekje. Beresporen heette het. Eigenlijk schreef ze geen boekje, maar een scriptie die later werd uitgegeven. Dat had ermee te maken dat toentertijd in Nederland een strijdje gaande was omdat verschillende cultureel antropologen hun werkveld van het verre Afrika en Oceanië wilden verleggen naar de achterbuurten in West-Europa. Of het Pyreneese platteland. 
In elk geval kwam ik het boekje tegen in '96 en kocht het. Zoals ik destijds alles kocht wat mij iets wijzer zou kunnen maken over ons nieuw gekozen woongebied. 
"Montaillou" bijvoorbeeld van Emmanuel Le Roy Ladurie. In 1975 uitgegeven en midden jaren '80 ineens een hype omdat een slimme uitgever op de golf van succes van Umberto Eco's "In de naam van de roos" een vertaling uitbracht van een verhaal dat in dezelfde tijd speelde. Half zichzelf respecterend Nederland kocht het en ik vermoed dat er maar weinigen zijn die het ook gelézen hebben. Ik wel toevallig, maar dat komt alleen maar omdat ik iets wilde begrijpen over de gemeenschap waar ik mij had gevestigd. Er is namelijk geen doorkomen aan....
Beresporen dus. Het heet in de enige recensie van begin '95 die ik tegenkwam Berensporen. Waarmee de recensente haar tijd vooruit was, want pas in '97 met het uitkomen van de Woordenlijst Nederlandse Taal werd deze spelling officiëel, maar dit terzijde.





Beren en mensen

Het boekje is leuk, ik kan er niks anders van maken. Het laat op een aardige manier zien dat de "stadse" natuurbeschermingsmentaliteit niet altijd gedragen wordt door de plaatselijke bevolking. En waarom. 
De architecten van "natuurlijke ecosystemen" -een contradictie op zich- willen beren. Niet dat geheel duidelijk is welk ecosysteem zij ontwerpen. Ecosystemen zijn best ingewikkeld en per definitie niet stationair. Welke rol beren binnen welk ecosysteem spelen? Who knows. 
Boeren, herders, houden niet zo van beren. Ze eten namelijk af en toe schapen op want beren zijn omnivoren. De eco's hier in Spanje noemen ze herbivoren, maar dat is bedoeld om de weerzin van de goedgelovigen te masseren. Als de herbivoren per ongeluk een schaap opeten is er wel een interessante vergoedingsregeling. Als beren werkelijk herbivoren waren, zou zo'n vergoedingsregeling haar doel voorbijschieten. 
Voor de herders, boeren, is het grootste probleem dat ze hun kuddes niet alleen achter kunnen laten. Moderne herders hebben namelijk een 4x4 en rijden iedere dag naar boven om de kudde te checken. Zij slapen lekker thuis naast Mien. 
Als er een herbivore beer een kudde aanvalt, raken die schapen in paniek en lopen ze als het tegenzit met zijn allen het ravijn in. Vergoedingsregeling of niet, dat vinden boeren, herders niet leuk. Boeren worden door natuurbeschermers weliswaar gemakkelijk weggezet als ordinaire nutsmaximaliserende homies economicies, maar dat is een visie die een stuk of wat bochten afsnijdt. Boeren houden van hun vak en hun dieren. 


Berensporen & big data

Zoals elders opgetekend, heeft Tim met hulp van wat vrijwilligers een teloor geraakt pad herontdekt en begaanbaar gemaakt. Harstikke mooi! maar toen ik vorig weekend Spaanse vrienden over dat pad heenstuurde, kwamen zij enigszins verwilderd terug. Berensporen (!) hadden zij gezien op een stukje van het pad waar wat aarde bloot was gekomen. Godskanonnen! Amper 200 m van ons huis, een (één?) beer. 
Daar sta je dan met je genuanceerde kijk op het leven. Beren in onze voortuin, vinden wij dat leuk? Tuurlijk, beren zijn herbivoren. De laatste keer dat er iemand het leven gelaten heeft in de Pyreneeën door de fatale ontmoeting met een beer was 1955 of daaromtrent. Beren kunnen zich wel 30 km per dag verplaatsen, dus die afdrukken zijn misschien wel van een voorbijganger die inmiddels al lang en breed de winterslaap is aangevangen een paar valleien verderop. Big data zijn dat, rationeel herprogrammeren is de oplossing?
Toch, het kriebelt een beetje. 

ARK

Ondertussen wordt er in Nederland een Wisent neergeschoten die een steward heeft gebeten en dreigend op een bezoeker afliep. Dat is, als ik het goed begrijp, een dag of wat hot news geweest, die onvrijwillige euthanasie. Niks Wisent die lekker ging basketballen met een onschuldig kind in een kinderwagen. Beetje dreigen, dat was het. 
Als ik iedere koe richting het abattoir zou moeten laten vervoeren die mij sinds wij hier wonen heeft bedreigd, kan heel natuurminnend Nederland nog jarenlang aan de ecologisch verantwoorde hamburger, zal ik maar zeggen.


Terug naar de website


zaterdag 15 oktober 2016

Cami Vell

Tim's Profielwerkstuk

Tim doet zijn laatste jaar middelbare school en moet een profielwerkstuk maken. In Nederland moet je daarvoor een onderzoek kunnen opzetten, experimenteren, analyseren, beschrijven en presenteren. Op HAVO of VWO, waarmee zijn batxilerato vergelijkbaar is. Een hele mond vol in 80 uur. Tim is iets meer van het praktische dan van het theoretische, dus heeft hij gekozen voor een onderwerp dat letterlijk naast de deur ligt. Oude paden, ik heb er wel eens stukjes over geschreven. 
Of zijn werkstuk precies gaat passen in het traditionele onderzoeksmodel van hypothese formuleren enz. zal hem, zo krijg ik de indruk, worst wezen. Franka maakt zich daar een beetje zorgen over. Mijn slinger helt richting Tim. Als hij de oude paden van ons eigenste valleitje in kaart wil brengen en flinke stukken schoonmaken en zo aan de vergetelheid voor de komende 20 jaar wil ontrukken? Prima.

Padenprobleem

Mijn vriendinnetje gedurende mijn studietijd studeerde Tuin & Lanschapsarchitectuur. Op haar kamer stond een grote tekentafel die onder meer gebruikt werd om analyses van het landschap te maken als opmaat voor de richting van het te ontwerpen plan. 
Dat ging destijds uiteraard allemaal handmatig. Erg leuk, want die layers zoals we dat nu zouden noemen, lieten mooi zien wat er vanuit een bepaalde beginsituatie gebeurd was, wat de conflictpunten waren en vervolgens welke richting het op moest. 
Bij het aanleggen van nieuwe wegen waar paden waren, ontstaan ook conflicten, maar het slijt, zo heb ik me door Tim's onderzoek gerealiseerd. 
Om ons dorp als voorbeeld te nemen, vanuit hier waren er vroeger paden naar de omringende dorpen. Soms zelfs méér dan één en soms niet, als het te ingewikkeld was. Die paden werden gebruikt. De mensen gingen naar de markt, ze gingen aardappels halen in het volgende dorp, het vee werd geweid, ze gingen naar de houtzagerij en graanmolen. En ze waren met veel tot eind jaren '40. Relatief veel bedoel ik, want het blijft een klein dorp. 

Noodzaak

En er bestond zoiets als noodzaak. Als er door een hevige regenbui een stukje pad wegspoelde, kon je er niet meer langs. Als er een boom omwaaide hetzelfde. Als je regelmatig met een kudde schapen, geiten of muilezels over zo'n pad loopt, houden die dieren de vegetatie in bedwang. Daar hoefde je niks aan te doen. 
Een bijkomend voordeel waren de verregaand versnipperde eigendomsrechten. In het bijdal/zijdal achter ons huis had iedere boer uit het dorp wel een perceeltje. (Het eigendom hier valt begripsmatig eigenlijk toe aan de boerderij, casa, maar dat is voor de gemiddelde Belg of Nederlander te ver van het bed. Het is wel de reden waarom onze campingplekken door ons aangesproken worden met de naam van een huis. Ons veldje "Clara" is niet van ene mevrouw Clara geweest. Of wel, want je weet nooit waar de namen van die huizen vandaan komen. Het veldje Clara was van Casa Clara toen wij het overnamen. De mevrouw die het aan ons over heeft gedaan heette Julita, of Generosa of Maribel. Het is namelijk óók nooit helemaal duidelijk welke generatie in de papieren staat en wij hebben het vooralsnog met een onderhandse afspraak verworven. Papieren gaan langzaam op het platteland.)


Afbeeldingsresultaat voor cami vell del pallars
De vrijwilligers aan het werk

Die versnippering heeft als voordeel dat iedereen belang had bij het instandhouden van de hoofdstructuur. Vroeger waren hier jaarlijks een paar dagen verplicht gemeenschapswerk voor dat soort klusjes. Dat was vroeger. 

Bevolkingsdruk(te)

Toen wij in '94 ons avontuur startten, woonden hier nog 11 mensen. Van de 120 à 130 die hier in de hoogtijdagen verbleven. Eén vrouw van begin 20 en de rest met een gemiddelde leeftijd van 75. 
De wet van de remmende voorsprong had ook hier toegeslagen. Ooit waren hier een stuk of 18 Casas verdeeld over ons dorp, Berrós laag en het volgende, Berrós hoog. Er bestond animositeit tussen de dorpen, nog steeds niet ontdekt waarom, daar ga je als antropoloog. Al zou die animositeit ook over sociale of politieke tegenstellingen hebben kunnen gaan. 
Van die 18 huizen waren er vijf belangrijk. De rest waren de keuterboertjes. En dat waren uiteraard degenen die als eerste het bijltje erbij neergooiden. De belangrijke huizen konden het langer volhouden. En daardoor troffen wij bij onze aankomst de verarmde oude rijken aan. 

Arme rijken

Verarmend, maar nog rijk genoeg om een auto te kopen toen in de loop van de jaren '60 de weg naar ons dorp gereedgekomen was. 
Gedeeltelijk volgde die weg het tracé van één van de paden die naar beneden liep. Waar de nieuwe weg samenvalt met het oude pad, is dat pad weg en het gebruikte dynamiet heeft met de stukken die niet samenvielen grotendeels korte metten gemaakt. Weg/pad. Pad/weg. 

De weg, de auto's, de ontvolking en de daarop volgende sluiting van het schooltje in ons dorp leidden ertoe dat het pad naar het volgende dorp niet meer dagelijks gebruikt werd. Weg/pad. Pad/weg. 

De markt in een ander dorp waar vroeger onze dorpsgenoten wekelijks kwamen werd door de ontvolking en het autogebruik overvleugeld door de markt 25 km verderop en verdween. Weg/pad. Pad/ weg. 

Het gebruik van auto's zorgde er eveneens voor dat het kerkbezoek kon worden gerationaliseerd. De pastoor verdween uit het dorp en werd vervolgens waargenomen door een pastor volante (vliegende pastoor idd)  die voor een doop of begrafenis in de auto sprong. Voorheen las "onze" pastoor in buurdorpen de mis en moest zich derhalve meerdere malen per week te voet verplaatsen. 

Om een lang verhaal samen te vatten: De hele oude infrastructuur werd overgelaten aan de grillen van de natuur en die eeuwenoude paden raakten in de vergetelheid. "Verloren" zeggen ze hier, maar ik vind vergetelheid een mooiere uitdrukking. 

Muilbeesten

Boeren zijn per definitie opportunisten. Ik gebruik dat woord niet met de negatieve ondertoon die er tegenwoordig aan kleeft. Kansenbenutters. 
Aan het begin van de vorige eeuw besloot het Spaanse leger over te gaan op muildieren in plaats van paarden. Het leger had er véél nodig en muildieren zijn meestal onvruchtbaar. De oplossing daarvoor was de volgende. Jaarlijks deed een luitenant van het leger hier met een aantal top-ezel-hengsten zijn rondje van dorp naar dorp. Daar werden de paardenmerries gedekt en de veulens in de herfst van het daaropvolgende jaar door de boeren naar de markt in Salás gebracht. Dat is hier 70 km vandaan. Twee dagen lopen heen en terug. 
De muildieren werden door leger-opkopers gekeurd en gekocht. Boeren blij, leger blij. 
Boeren blij omdat traditioneel hun voornaamste verwevenheid met de geldeconomie bestond uit het verkopen van wol. Dat konden ze in Australië een stuk goedkoper leveren, met als gevolg: einde wol. Nu zou je dat globalisering noemen. Toen heette dat goedkope wol uit Australië.

Dat is de reden dat wij met de verbouw van ons huis overal ferradura's tegen kwamen. Hoefijzers. En misschien ook de reden dat oude paden hier "Camins de ferradura" worden genoemd. Hoefijzerpaden letterlijk, die te smal zijn voor een kar en breed genoeg voor een behoefijzerde vriend. 

Cavalerie met verbrandingsmotor

Afbeeldingsresultaat voor poolse leger 1939


Er kwam een moment dat de cavalerie (in het Catalaans is cavall het woord voor paard, handig) werd gemotoriseerd. En daarmee was het pleit voor de boeren hier grotendeels beslecht. Door de wet van de remmende voorsprong konden sommige grote casas nog overstappen op de melkproductie, maar een generatie later sloot Spanje aan bij de EU.........
De laatste boer in ons dorp molk nog toen wij aankwamen. Hij heeft met overheidssubsidie zijn melkkoeien weggedaan toen Spanje probeerde het haar -door de -EU- toegewezen quotum te bestemmen voor jonge, minder kansarme, boeren door van oudere boeren hun quotum op te kopen. 

In ons dorp zijn er nu alleen nog maar een stuk of wat koeien die voor de vleesproductie worden gebruikt. Minder arbeidsintensief dan melken en sléchter voor het padenbestand. Als je overstapt op een extensievere productiemethode kun je met de zelfde hoeveelheid werk meer beesten hebben! En dat hadden ze ook. Vroeger werden die 20 melkkoeien door de 80+ moeder van de boeren gehoed. Die 60 vleeskoeien werden min of meer aan hun lot overgelaten. Koeien zijn geen geiten of muilezels. Ze eten géén bramenscheuten en als vervolgens een stuk pad ontoegankelijk werd, maakten ze wel een shortcut. Koeien zijn sowieso een tikkeltje lomp. 

Uit het bovenstaande, zonder de pretentie van volledigheid, valt te begrijpen dat het met die oude paden eigenlijk dweilen is met de kraan open. En toch, toch is het hartstikke leuk!

Cami vell

Afgelopen weekend zagen we in ons regionale plaatselijke sufferdje de vraag om voorstellen te formuleren voor het opkalefateren van een oud pad. Dat sluit mooi aan bij Tim's werkstuk! 

Ik was enigszins sceptisch, want in Spanje is er niet zo'n vrijwilligerscultuur in mijn ervaring. Bovendien zijn Spanjaarden erg van de gezelligheid. Leuk als er 15 mensen een dag komen helpen, maar die moeten dan tussen de middag ruimschoots worden voorzien van worst van de barbecue, brood en wijn. Netto-netto is de pay-off van zo'n dag vrijwilligerswerk dubieus. 

Toch maar de president van ons buurtcomité ingeschakeld om een voorstel op te sturen. En na een beetje heen en weer gemail is gisteravond op de reunió ons voorstel uitgekozen om op 19 november uit te voeren. Het zou een rol gespeeld kunnen hebben dat ons voorstel eigenlijk het enige was. Naast een paar ideeën van iemand die al twee keer aan de beurt is geweest, maar voor cynisme is hier geen plaats. 

We gaan het zien, maar hebben er zin in 


Cami vell op Facebook


Terug naar de website

maandag 3 oktober 2016

Steenbokken, jagers, natuurbeschermers en het schaap Dolly


Bouquetin

De steenbok, hier in Spanje Cabra de Montaña genoemd wordt sinds een paar jaar geherïntroduceerd aan de overkant van de grens. Bouqetin Pyrénees heettie dan. (Voor de goede orde: Capra pyrenaica pyrenaica heette deze officiëel)

Niet helemaal Bouqetin Pyrenées, want die is uitgestorven sinds 2000. Wist ik ook niet, ik dacht dat ze nog voorkwamen in de Sierra del Cadí, niet zo ver hiervandaan, een kalkgebergte dat tot de voor-Pyreneeën wordt gerekend. 
Klopt niet, want dat zijn Moeflons. Ook leuk, ze lijken wel een beetje op elkaar. 


Uitgestorven!

De herintroductie in Frankrijk is  in de jaren '70 van de vorige eeuw voor het eerst op de agenda gezet toen het Parc National des Pyrénées werd opgericht zo valt op deze site te lezen. In Frankrijk was de laatste Boquetin rond 1900 doodgeschoten. Er waren er nog een aantal aan "onze kant", waarvoor het bekende Parc Nacional de Ordesa y Monte Perdido al in 1918 werd opgericht. De jacht daar was al vanaf 1913 verboden. Er werd sindsdiein bijgevoerd, er werden in de jaren '90 in totaal 38 mannetjes uitgezet van een andere ondersoort ( Capra pyrenaica iberica) om de laatste vrouwelijke dieren te injecteren met vers genetisch materiaal, vergeefse moeite. Alle 38  binnen twee jaar dood en geen nalatenschap. 
Het allerlaatste exemplaar overleed op 6 janauari 2000, maar niet dan nadat........

Het schaap Dolly

De kennis van de genetica schreed voort en in 1996 ging Dolly, het Schotse gekloonde schaap, viraal. Dat bracht Spaanse onderzoekers er in 1999 toe de laatste steenbok te vangen en genetisch materiaal af te pakken om dat in te vriezen. 
Daarmee werden in 2002 kloontjes gemaakt, die ingeplant werden bij draagmoeders. Eén van die kloontjes lukte en op 30 juli 2003 werd het steenbokje geboren. De soort gered! zou je denken. Voor het eerst in de geschiedenis zou een uitgestorven soort door mensenhanden terugkeren, een wereldprimeur!
Helaas overleed het jonkie binnen een minuut. Soort nog niet gered. 

Het is niet helemaal duidelijk of het geld op was of dat de deskundigen besloten hebben dat die laatste Steenbok waarvan ze het genetisch materiaal hadden ingevroren al dermate gedegenereerd was dat het niks gaat worden, dat klonen. Ze zijn er voorlopig mee opgehouden. 

Speelballen van de politiek 

We zijn een aantal jaren verder. In die tijd kwam het probleem op de politieke agenda. De (hoge) Pyreneeën zijn aan de Spaanse kant verdeeld over 3 staatkundige eenheden: Navarra, Aragón en Catalonië. Aan de Franse kant komen daar drie bij: Haute-Garonne, Hautes-Pyrenees en Ariëge. 
In Frankrijk zijn ze vóór herintroductie, als is Haute-Garonne een twijfelgeval. 
In Spanje is Navarra vóór, Aragón is tegen, want die willen hun spermabank alsnog inzetten en Catalonië (lees: Parc Nacional de Aiguës Tortes y San Maurici) is neutraal.  Wij zeggen geen nee, maar zeggen ook geen ja, zolang er hier een overbevolking is van gemzen en edelherten, dat is het standpunt. Hoe die overbevolking moet worden aangepakt, wordt niet vermeld. 

Parc Natural

Niet iedereen in Catalonië is neutraal, want het Parc Natural (niet Nacional)  de l'Alt Pirineu (waar wij wonen dus) is vóór. Enig opportunisme is daar niet vreemd aan, want dat park bestaat pas sinds kort (2003) en probeert aan de weg te timmeren. Uit Frankrijk overgelopen beren en marmotten hebben we al. Beide soorten door herintroductieprogramma's in Frankrijk aangekomen uit Slovenië resp. de Franse Alpen. Met steenbokken erbij zou het Parc nog verder opstoten in de vaart der volkeren. 
Afgelopen 5 augustus werden de eerste steenbokken op Catalaans grondgebied gefotografeerd. Het Parc Natural deed nog dezelfde dag een persbericht het licht zien.

Ondertussen in Frankrijk......

zaten de verantwoordelijken niet stil. Na een jarenlange periode van discussie en voorbereiding werd er in 2014 begonnen met het vangen van steenbokken in de Spaanse Sierra de Guadarrama, van de ondersoort Capra pyrenaica hispanica waar er flink wat van rondlopen. De Sierra de Guadarrama lijkt wat betreft klimaat het meest op de Pyreneeën, was het idee. 
Snel verteld, want er waren nog wat problemen te overwinnen geweest. Welke dan? Nou, kijk....




In de rest van Spanje wordt gewoon op steenbokken gejaagd, en een mooie "trofeo" (lekker grote hoorns zijn dat) kan oplopen tot een waarde van € 20.000. Dat betekende dat de Spaanse eigenaren van de jachtrechten niet zo graag hun medewerking wilden verlenen. Als zo'n Steenbok bij leven en welzijn richting het buurland verdwijnt, zijn zij de hoorns & dat geld kwijt. Daarvoor is een regelingetje bedacht en krijgen ze toch nog een aardige schadevergoeding.  

Ondertussen in Roemenië......

En ik met mijn naïeve geest altijd maar denken dat jagers vriendenclubjes zijn van mannen die op zondag niet naar de mis gaan. Quod non, want er zit een reusachtige handel achter en die is niet alleen gebaseerd op olifantenjagers in Botswana zoals onze voormalige koning Juan Carlos. Prins Bernard was ook beschermheer van het wereldnatuurfonds geworden omdat hij op zijn jachtuitjes in Afrika zo van dieren had leren houden. Dat soort types associëer ik met betaalde jacht, maar dat is een beetje onnozel van mij. 

Zo kun je op de site waar ik bovenstaande foto vanaf heb geplukt naast "trofeos" van allerlei in Spanje voorkomende wilde dieren, bijvoorbeeld ook een beer kopen. In Roemenië. Met garantie! Beergarantie.

Vorig jaar was ik een weekje op bezoek in Roemenië en daar heb ik gezien hoe dat gaat. Een team "boswachters" is maanden in de weer om  met het dagelijks vullen van voederplaatsen die beren vaste gewoontes te laten aannemen. 
Komen dan de zichzelf jagers noemende klanten op de overeengekomen dag, dan worden deze geposteerd in benedenwindse schiethutjes. Van alle gemakken voorzien, want soms duurt het een paar uur. De beren worden middels een drijfjacht waarvoor tientallen dorpelingen worden gerekruteerd tot een afstand van 30 à 40 meter bij de jagers gebracht.
Deze zetten dan hun glas even aan de kant, pakken hun dubbelloops jachtgeweer en.......

Schieten mannen! 

Het lijkt me net zo opwindend als het besturen van een drone vanuit het Pentagon om wat Afghanen of Syriërs af te maken. (Misschien blijkt over een paar jaar wel dat je daar óók tegen betaling kunt gaan zitten met een glas Vodka, in het Pentagon bedoel ik. De meeste dingen die je verzint, zijn in werkelijkheid nog gekker.)

Rare jongens......

Mijn Roemeense vriend had mij meegenomen om me één van de highlights van Transsylvanië te laten zien. Het buiten van de voormalige president Ceaucescu die speciaal om af & toe een beer te schieten een half dorp had laten bouwen in de bergen niet ver van het kasteel van Dracula. Daar kwam hij dan om de paar jaar jagen. Vrijdagavond met een helikopter vanuit Bucarest, zaterdag "jagen" en zondag weer terug. Ook dictators moeten werken. Zo is het ooit begonnen. 

Het schouwspel overziend, de huid van de beer, de bijschnabbelende boswachters en de jagers die met 80 man van een copieus diner genoten......leidde bij mij slechts tot de gedachte: "Rare jongens, die Roemenen". Totaal geen benul dat dat soort jachtuitjes worldwide worden georganiseerd tegenwoordig. 

Voor die immigranten-bokken die zich laatst lieten zien in de Catalaanse Pyreneeën is het te hopen dat ze niet te vér Spanje intrekken. Voor hun eigen bestwil, want dan lopen ze de kans alsnog omgezet te worden in een "trofeo" en is alle jarenlange inspanning voor niks geweest. 

Rare wereld, en niet alleen die van natuurbeschermers en jagers.

maandag 19 september 2016

Cultuur of beschaving: Oriëntatie

Oriëntatie

Dit stukje gaat over oriëntatie en doet verslag van het aanvullende argument wat mij heeft doen besluiten om te stoppen met huttenreserveringen te doen voor mensen die geen bergwandelervaring hebben. Daarover schreef ik gisteren dit stukje: Evalutie

Een stukje geschiedenis

Als brugpiepertje kreeg ik les van Huib de Ruijter, leraar geschiedenis. Een oude man, vond ik vanuit mijn twaalfjarige perspectief. Hij overleed een jaar later als (begin zelfs, geloof ik) dertiger. De begrafenis maakte veel indruk op mij. Er waren ontelbaar veel mensen, want Huib was een geliefde man. 
Bij mij ook, want het was een keigoeie leerkracht. Dat zei je toen nog niet, en nu misschien niet meer, dat weet ik eigenlijk niet. Het inmiddels overjarige brugpiepertje Jaco van Noort heeft nog altijd een leuke herinnering aan Huib de Ruijter, de te vroeg overleden leerkracht. Op zeker moment vroeg hij onze klas naar de definitie van "Cultuur". Dat wist de klas niet, maar het brugpiepertje herinnerde zich dat Huib tijdens de eerste les het object van het vak geschiedenis had gedefiniëerd en daarbij de omschrijving van Cultuur had gebruikt. IJverig bladerend in zijn schriftje vond brugpiepertje de aantekening terug. Het stond uiteraard op de eerste pagina, net iets boven de helft: "Cultuur of beschaving is het geheel van materiële en immateriële verworvenheden van de mens." Wikipedia gebruikt 45 jaar later ongeveer dezelfde definitie. 
Meneer de Ruijter, wij noemden leerkrachten niet bij hun voornaam, gaf het brugpiepertje een compliment. Hij zei tegen de klas: "Het is niet zo heel erg als je iets niet (meer) weet, maar het helpt enorm als je in elk geval weet waar je het kunt vinden. Goed gedaan, brugpiepertje!"  Ongetwijfeld glimmend van trots heeft het brugpiepertje de definitie van cultuur voor eeuwig in zijn hersenen opgeslagen. Dat was de mooi meegenomen collateral damage. 
In feite was het compliment groter dan de leerkracht kon bevroeden, want het bevestigde voor mij een onderdeel van mijn persoon(lijkheid), namelijk de manier om om te gaan met nieuwsgierigheid. Zolang ik mij kan herinneren vind ik het leuk om kennis op te zuigen en die kennis te "processen". De encyclopedie bij mijn ouders thuis, de Bosatlas (daarover later meer), het woordenboek en tegenwoordig Internet. En de Bosatlas ook nog af & toe. Ik vind het nog steeds heerlijk om dingen die ik niet weet te ontdekken en vragen te stellen bij dingen die ik wel -(denk te) we(e)t(en).

Kaarten

Door dat eindeloze gesnuffel in die Bosatlas ga je op een bepaalde manier kijken. Wij hadden er trouwens twee thuis. De eerste kwam binnen in klas twee van de lagere school toen mijn zus naar de middelbare school ging en de tweede was van mij, omdat die van mijn zus inmiddels verouderd was. En dat was ook zo, want tussen '67 en '72 had de Bosatlas een modern jasje aangetrokken met veel meer aandacht voor sociale en economische aspecten. De invloed van de sociale geografie naast de topografie. Waardoor die atlas nóg leuker werd om in te kijken.
Al bleef het heerlijk om weg te dromen. Bij bergen, dat vooral. Ik zal een jaar of 8 geweest zijn toen ik van alle continenten de hoogste toppen kende. Mét de bijbehorende hoogtes uiteraard. En ik het oerstom vond dat de Mont Blanc de hoogste berg van Europa werd genoemd. Dat is nl. de Elbruz (verschillende spellingen) in de Kaukasus. Ruim 800 m meer dan de Mont Blanc.


Mount Elbrus May 2008.jpg
De Elbrús, 5642 m

In hoeverre dat te maken heeft met de liefde van Europa voor het Oosten? Ik weet het niet. 
Kaarten zijn kortom leuk, geweldig leuk zelfs. Eén van mijn zwakke punten is dat ik denk dat als ik iets leuk vind, iedereen het leuk vindt. Dat klinkt nogal onnozel, en dat is ook zo, maar zo zit ik toevallig in elkaar. 
Het heeft onder andere tot gevolg dat ik denk dat iedereen een beetje kaart kan lezen. Dat is niet zo, zo zal verderop blijken. 



Verloren gelopen!

Vorig jaar had ik voor een gezelschap een huttentocht geregeld. Eén hut, makkelijke aanloop en niet al te lastige tweede dag. Er staat wel een waarschuwing bij de beschrijving:

Voor de afdaling goed opletten. Vanaf de Pinetó begin je de afdaling in zuidwestelijke richting, zeer steil, over een route die door gele stippen en steenmannetjes is aangeduid. Eerst ga je over puin en rots, vervolgens daal je in west-noordwestelijke richting de groene helling af. Je blijft de steenmannen volgen.

Dit gezelschap is in plaats van west/noordwest (je kunt twisten of er niet beter: noord/noordwest had moeten staan) zuid/zuidwest een ander dal ingelopen. Dat is niet een beetje de verkeerde kant op, dat is 100% de verkeerde kant op. 
Bepaald niet ongevaarlijk, ze hebben doodsangsten uitgestaan. Het oudste lid van het team zei me letterlijk: "Ik hoop zoiets nooit meer in mijn leven te hoeven meemaken!" en daar keek hij niet erg opgewekt bij. 
Gelukkig goed afgelopen. 

Padvinders


Sindsdien ben ik extra attent voor én die bewuste tocht én de hoedanigheden van de mensen die hem gaan lopen. Deze zomer heb ik nog meer dan voorheen mijn ultieme advies uitgevent: "Als je het niet meer weet, ga terug tot je het pad weer hebt!"

Desondanks kreeg ik deze zomer tot twee keer toe te maken met mensen met oriëntatieproblemen, en één keer werd me zelfs verteld dat de beschrijving niet goed was. Hoewel mijn zus, verantwoordelijk voor de beschrijving, super consciëntieus is en haast geen fouten maakt, kán het wel, dat zij zich heeft vergist. Ze blijft een mens. Daarom besloot ik na het aanhoren van dat verhaal zelf de wandeling te gaan herhalen. Met de beschrijving in handen en zo mogelijk de blik van een leek.

Daarvoor zou ik echter pas na de zomer tijd hebben.

Kaart lezen is niet helemaal mijn ding

Rond 10 augustus meldde zich een gezin waarvoor ik een tweedaagse huttentocht had gereserveerd. Deze dus, zo bleek. De moeder en dochter wilden gaan wandelen, de zoon en vader bleven op de camping die dagen, dat was het plan. 
Opletten! Want een gezelschap van twee is weinig. Eén verstuikte enkel en je zit zwaar in de problemen. 
De moeder zei dat ze er heel veel zin in had, maar ze had gelezen dat de oriëntatie hier en daar lastig was, en daar was ze niet zo goed in, zei ze. En dochter evenmin. Extra opletten!!!

Thuis best

Dus ik zeg: "Laten we het even uitzoeken, jullie vermeende gebrek aan oriëntatie. Er is een veel makkelijker (qua lopen én qua oriëntatie) alternatief voor die tweede dag, als het echt zo droevig is als jullie zeggen, kun je dat gaan doen. Misschien valt het allemaal reuze mee. Luister.........."

"Vraag 1: We zitten hier lekker op het terras, waar is het Noorden?" Die was te moeilijk. 
"Vraag 2: Kunnen jullie de windrichtingen vertellen?" Dat lukte na een paar minuten met zijn vieren. Noord, Oost, Zuid, West. "Goedzo" zei ik. 
"Vraag 3: Waar komt de zon op?" Die leidde tot discussie, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 4: Hoe draait de zon?" Die leidde tot meer discussie, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 5: Nu jullie weten dat de zon in het Oosten opkomt en in het Westen ondergaat, kunnen jullie nu zeggen waar het Noorden is?" (Het was half 3, de zon brandde op onze hoofden.) Dat konden ze niet, dus heb ik het verteld. 

Inmiddels was Tim erbij komen zitten. 

"Vraag 6: (Ik had een kaart gepakt.) Kunnen jullie op deze kaart aangeven wat het Noorden is?" Dat konden ze niet, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 7: Kunnen jullie aangeven op deze kaart waar we nu zijn?" Dat konden ze niet, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 8: (Inmiddels had ik uitgelegd dat het handig is om de kaart waarvan de bovenkant het Noorden is zo neer te leggen dat deze bovenkant naar het Noorden "kijkt".) Nu jullie weten dat op een kaart normaal gesproken het Noorden de bovenkant is, jullie bovendien weten waar we zijn op de kaart, kunnen jullie nu aanwijzen op de kaart waar die bergtop is?" Ik wees op de Piu de Linya, vanaf ons terras zichtbaar als een min of meer alleenstaande schijnbare vulkaankegel. Richting pal West, afstand haast 10 km, 2858 m hoog. 

Zij wezen na enige discussie op de kaart de Puig Ansal aan. Richting pal Zuid, afstand 500 m, 1469 m hoog. De pijltjes op de foto hieronder geven het weer:




Tim en ik hebben hen geadviseerd het makkelijker te vinden alternatief te lopen de tweede dag van hun huttentocht. 
  
Belachelijk?

Het bovenstaande waargebeurde voorbeeld heb ik niet opgeschreven om eens lekker te lachen om een stelletje idioten. De bedoeling van het opschrijven zit hem er vooral in te adstrueren dat niet iedereen, zoals Tim en ik bijvoorbeeld, de vaardigheid heeft ontwikkeld om kaarten te kunnen interpreteren. Geen belangstelling of wat dan ook, dat doet er niet zoveel toe. 
Het laat ook zien dat onze aanbeveling: "Neem altijd een kaart en een kompas mee als je gaat wandelen" in zulke gevallen absoluut geen zin heeft. Als je kaarten op zijn kop houdt, afstanden met een faktor 20 verkeerd interpreteert, geen flauw idee hebt dat al die streepjes hoogtelijnen zijn die het landschap dat je om je heen ziet leesbaar maken, dan heb je niks aan een goede topografische kaart 1:25000. 

Voorzichtige conclusie

Inmiddels heb ik de door mijn zus beschreven tocht nagelopen met de bril van een leek, om te checken of er geen fouten in de beschrijving staan. 

De bril van een leek? 

Tijdens die wandeling zijn Suus, Tim en ik ons bewust geworden van het feit dat ervaring zich onder andere omzet in verwachting. We hadden geen van drieën ooit dat specifieke tracé gelopen, maar met af & toe een vluchtige blik op de kaart voedt je het "lezen" van het landschap. Je construeert een beeld van hoe het pad loopt, en checkt dat in het hier & nu. Je verwacht dat het pad, gegeven de terreinomstandigheden een bepaalde route zal volgen, en leest daarmee de kaart. Je kijkt dus niet 360 graden om je heen, je begint te scannen op steenmannetjes daar waar je ze verwacht. En meestal klopt dat, en vind je ze snel. Je voedt elkaar met informatie en wijst elkaar op details die de ander zijn ontgaan.
Als er een splitsing in het pad komt, weet je dat van tevoren. Je kijkt in het terrein waar die splitsing zou kunnen zijn en bent bedacht op het missen ervan wat je de verkeerde richting op zou kunnen laten gaan.  
Dat is het voordeel van ervaring. Ervaring kun je echter met de beste beschrijving niet compenseren. 
Als je naast het gebrek aan ervaring ook niet gevoed kunt worden door het omzetten van het kaartbeeld naar het landschap en andersom, loop je eigenlijk in een doolhof. 
Dat kan vervelende consequenties hebben. Het is hier in de zomer meestal mooi, helder weer. Maar je kunt ook in een onweer met hagel terechtkomen, met tot het vriespunt dalende temperaturen en storm. Als je jezelf dan bezeerd, verworden die leuke bergen van een "Parc de Aventura" in een zeer vijandige omgeving. En er zijn in de bergen géén vriendelijk lachende begeleiders zoals in dat avonturenpark.

Ook dáárom wil ik geen huttentochten meer reserveren voor mensen die nog nooit in de bergen hebben gelopen. Begin eerst eens met een paar dagtochten!

Terug naar de website

Evaluatie

Het seizoen is afgelopen

Tijd voor reflectie, het seizoen is afgelopen. Het was dit jaar erg druk. Te druk? Ik denk het wel. Op je tenen lopen is prima voor een paar dagen, maar als je dat weken achter elkaar doet, word je een beetje een zombie. Dat moet dus anders, want zoals een Spaanse vriend mij zei: "Se puede morir de exito también". (Je kunt ook doodgaan aan succes, letterlijk vertaald.)   

Huttentochten

Eén van de dingen die achteraf gezien te goed zijn gegaan, was het organiseren van huttentochten, en dan met name huttentochten voor mensen zonder wandelervaring in de bergen. 
Een voorbeeld. Ik kreeg op zeker moment een mailtje met het verzoek om een huttentocht te organiseren, deze:

4.11 Huttentocht dwars door het Nationaal Park (4 dagen)




Route: Refugi Conangles - Port de Ruis - Refugi dera Restanca - Coret d’Oelhacrestada - Montardo - Refugi Ventosa i Calvell - Coll de Contraix - Refugi Estany Llong - Portarró d’ Espot - Estany de Sant Maurici - Espot. De route volgt de eerste anderhalve dag het pad van de GR 11 met de bekende rood-witte bewegwijzering.
Duur: 4 dagen. Per dag ongeveer 6 uur, exclusief pauzes.
Zwaarte: Gemiddeld. Het steile traject met blokken en puin naar de Coll de Contraix (2750 m) op dag 3 (zie foto) is niet geschikt voor onervaren bergwandelaars.
Seizoen: Eind juli-september. Neem de Coll de Contraix niet als er sneeuw ligt of bij slecht weer.


In verband met de logistiek begon dit gezin uiteindelijk cold turkey aan het project. Ze kwamen met de trein en ik heb ze door een taxi laten afzetten aan het begin van de tocht om onnodig geheen & weer te vermijden. Daar sliepen zij de eerste nacht in de hut die daar is om de volgende ochtend dag vroeg uitgerust & fris te kunnen beginnen met wandelen. 
So far so good, leek mij. 

Wandeltijden

Op onze site staat duidelijk dat wij de wandeltijden netto aangeven. Zowel bij de algemene informatie als regelmatig bij de beschrijvingen zelf. Voor de duidelijkheid heb ik in bovenstaand kopietje de kleur veranderd. Exclusief pauzes, staat daar. 
In het onderhavige geval kun je bij ons het volgende lezen:

Routebeschrijving

Dag 1: Refugi Conangles - Port de Rius - Refugi dera Restanca (15 km, 975 m stijgen / 600 m dalen, 6 uur)

De hut zelf is iets optimistischer:

Los Refugios cercanos son:


· Molieres (libre) 3h. - Restanca 4,30h. - Renclusa 8.30h. - Besiberri (libre) 3h. - Anglios (libre) 3,30h.


Dat is heel vaak zo met Spaanse wandeltijden. Wij hebben onze tijden bewust aan de ruime kant gehouden, vanuit het idee dat het leuker is om ietsjes sneller te zijn dan je had verwacht. Ingebouwd "feel good" kun je het noemen.  

Er klopt niks van!

Het gezin waarvoor ik bovengenoemde tocht had geregeld, meldt zich na het afsluiten daarvan bij ons. Meestal vragen wij dan "Hoe was het?". Niet uit geveinsde belangstelling, gewoon, de meeste mensen vinden het leuk om te delen. Hier wandelen is écht prachtig, dus die vraag is een inkoppertje. Nog meer feel good, door te kunnen delen in dit geval. 
Die kans voor open doel pakte nu even iets anders uit. Delen wilde die meneer wel, maar dan zijn frustraties. Dat is ook goed, al heb ik wel een persoonlijk probleempje, eerlijk gezegd. Ik ben dol op frustraties als ik er iets aan kan doen om ze te verlichten of beter nog, op te lossen. 
Meld aan mij dat je auto stuk is en ik ga gemotiveerd aan de slag, zeg maar. Niet met sleutelen, maar met de garage bellen voor de duidelijkheid. Onze lieve heer heeft mij echter niet zo ruim bedeeld met empathische vermogens wanneer ik denk dat mijn gespreksgenoot geen "objectieve" grond heeft om gefrustreerd te zijn. 
Elf uur hadden ze erover gedaan. Elf uur meneer! Ze waren te laat aangekomen voor het avondeten. Er klopte helemaal niks van die site, en die borden die die Spanjaarden geplaatst hadden, waren zo mogelijk nog erger, meneer! En dat hadden een paar Engelsen die ze hadden ontmoet en die wél bergwandelervaring hadden bevestigd!!! Nou, vooruit dan, de door ons aangegeven tijd voor de vierde dag was wel zo'n beetje in orde. 

Kletspraatjes?

Tsja, daar zit je dan met je "feel-good-policy". Elf uur onderweg als je de dag daarvoor uit de trein bent gestapt, is best lang, dat snap ik nog net. Maar mijn zus, heeft op haar 59e die tocht gelopen. Mijn zus heeft heel veel gewandeld, ook in allerlei groepen en wéét van zichzelf dat ze een gemiddelde snelheid heeft, of iets minder dan gemiddeld. Dat is reuze handig als je voor anderen aan moet geven wat de wandeltijden zijn en ik heb dan ook een onbegrensd vertrouwen in de tijden die zij heeft vermeld. 
In plaats van onze site op de schop te nemen en boos te bellen naar de verantwoordelijke instanties van die Spaanse bordjes om op hoge toon te eisen dat ze die onmiddellijk vervangen, repliceer ik dat die tijden gewoon kloppen voor de doorsnee wandelaar. Dat wandeltijd niet hetzelfde is als het aantal uren dat jij onderweg bent, netzomin als de tijd voor het traject Utrecht CS-Amsterdam CS die je op Google Maps kunt opzoeken altijd 27 minuten is. In de praktijk staat die trein soms een tijdje stil. Door een storing, bijvoorbeeld. Daar kan Google Maps niet zoveel aandoen. Ook niet als jij in de stoptrein bent gestapt, want dan duurt het 54 minuten.


Nog een voorbeeld

Elders op onze site wordt deze route vermeld:

4.2 Circ de Colomer-Saboredo-Vall Gerber(3 dagen)

Route :Circ de Colomers - Refugi Colomers - Coth Cendrosa - Refugi Saboredo - Lac Coll Glaçat - Vall Gerber 
Duur: Dag 1: 5 uur, dag 2: 3 uur 15 (+ 2), dag 3: 6,5 uur, exclusief pauzes

Het gaat hem hier om dag 3. 6,5 uur staat daar. Spanjaarden zien dat een tikkeltje anders:

Ruta a pie
Dificultad técnica: Alta
Distancia: 7,9 km
Tiempo efectivo: 2 horas 55 minutos
Desnivel subida / bajada: +785 m. / -390 m.


Deze tijd is ook nog eens andersom. Bij ons loop je die 785 hoogtemeters naar beneden en stijg je de 390 m. Met mijn zus heb ik in zulke gevallen soms wat frictie: "Is dat niet een beetje erg lang, die 6,5 uur? Ik denk dat 4-5 uur ruimschoots voldoende is." In de meeste gevallen laat ik het toch staan, een enkele keer knabbel ik er hooguit een half uur af. Feel good is het devies, tenslotte. En zij heeft er verstand van en recent die tocht gelopen.
Deze zomer kwamen er -andere- mensen terug van deze tocht met het commentaar: "Je hebt ons wel een marathon laten lopen die laatste dag! We zijn bijna 9 uur onderweg geweest!!!"

Tsja, dan zit ik daar alwéér.

Met goede vrienden, ook ervaren wandelaars, heb ik gisteren afgesproken elkaar over een paar dagen halverwege toevallig deze wandeling te ontmoeten, waarna we verder zullen gaan naar de Vall de Cabanes. Half elf is de afspraak. Gebaseerd op onze gezamenlijke verwachting dat als zij om 9 uur  vertrekken uit de hut en ik een half uurtje eerder aan de andere kant we ongeveer tegelijk zullen aankomen. Alle drie 55+, geen bijzonder goede conditie. Dat betekent dus dat wij denken op grond van onze ervaring in totaal 3,5 uur over de wandeling te doen. Het ontmoetingspunt is zo ongeveer het hoogste punt, dus we doen alleen de stijgmeters........

  
Communicatie

Denk ik dat die mensen in de voorbeelden die ik geef gek zijn? Allerminst. Denk ik dat die Spaanse bordjesplaatsers niet goed bij hun hoofd zijn? Ook niet. Denk ik dat mijn zus, mijn vrienden en ik topsporters zijn? Nee. 
Wat ik vooralsnog denk is dat er een probleem is in de communicatie. Die Spaanse bordjesplaatsers hanteren tijden die ik voor mezelf hanteer. Dat betreft ervaren wandelaars die de pas er flink inhouden. Dat is voor de meeste mensen te snel, en daarom staan die tijden niet bij ons op de site. 
Mijn zus hanteert tijden die goed haalbaar zijn voor mensen die iets rustiger, maar wel dóór, lopen. 
De eerste groep hanteert in plaats van wandeltijd de totale verplaatsingstijd. Wij hebben wandelingen op de site staan die een enkele uitzondering daargelaten de 6 uur nooit te boven gaan. Dat is gebaseerd op het idee dat als je 's ochtends om negen uur vertrekt, en in de loop van de middag in de volgende hut wilt zijn, dat met een paar pauzes precies uitkomt.
Maar het is er wél op gebaseerd dat je als je wandelt, je niet stil staat. En ik denk dat in die ogenschijnlijke open deur het probleem zit. Mensen zonder wandelervaring in de bergen staan vaak stil. Om te genieten, maar ook om op elkaar te wachten, een praatje te maken enzovoorts. En ik weet niet hoe ik moet uitleggen aan mensen zonder ervaring dat ze wel dóór moeten lopen. 

Conclusie

Het is niet prettig, zelfs niet voor een empathisch onderbedeeld persoon als ik, om mensen  gefrustreerd te zien terug keren van een huttentocht. Het is voor de mensen die gefrustreerd zijn zelf ook niet zo leuk. 
Dat heeft mij voorlopig in elk geval tot het besluit gebracht dat ik stop met het organiseren van huttentochten voor mensen zonder bergwandelervaring. Zonder te kunnen inschatten hoe jouw snelheid, oriëntatievermogen enz. zich verhoudt tot het gemiddelde, vind ik het een te gevaarlijke onderneming. Ga eerst maar eens een paar dagtochten doen, dan praten we verder.  

Terug naar de website