zaterdag 5 september 2015

Pui de Hernia

De top

Vandaag zou ik met Tim de eerste top beklimmen van dit seizoen. De Pui de Linya die vanuit ons huis het uitzicht domineert. Vanaf onze kant heeft de Pui wel iets weg van een uitgedoofde vulkaan met zijn vorm van een licht afgeplatte kegel. 


Vanaf de andere kant lijkt het meer op een serieuze berg:




Het verschil wordt duidelijk als je bovenop staat:




Omdat ik van mooie foto's houd, nog maar ééntje die Tim afgelopen week maakte tijdens een stevig onweer wat bij ons overtrok:



Heel moeilijk is de Pui de Linya niet, maar omdat er haast nooit iemand komt, is het wel heel speciaal. De oriëntatie is niet makkelijk, paden en steenmannen nauwelijks aanwezig en je voelt wat bergsport voor mij zo leuk maakt. Ongebaande paden, het gevoel dat je bij de uitverkorenen hoort. We hebben er weleens een paar duizend gemzen gezien op de top. Vermoedelijk de halve populatie van het nationaal park die 's zomers een rustig heenkomen zoekt. Weg van al die toeristen die rust & ruimte komen zoeken. 

De Hernia

Helaas, in plaats van de eerste van minimaal drie toppen die we deze week zouden gaan beklimmen zit ik thuis een stukkie te tikken. Tim is wel onderweg met een vriendje, gelukkig voor hem. 

Gisteren moest ik beton storten voor een reparatie van de weg die ik aan het uivoeren ben. De betonwagen was iets te vroeg, ik hoorde hem aankomen terwijl ik de laatste hand legde aan de bekisting. Dat klinkt makkelijker dan het was, want die wegreparatie gaat ongeveer zo:


Dat ravijn daaronder is best diep, de plek waar je staat te werken (met touwen gezekerd uiteraard) wordt gevormd door instabiele hopen gruis. Ik vertrouwde de bekisting nog niet helemaal en wilde er een extra ondersteuning onderzetten. Half gedraaid, half wegglijdend kracht zetten. Dat ging dus mis, want terwijl ik de steun probeerde stevig te fixeren, zette ik in die onmogelijke houding kracht. Vol door mijn rug ging ik. Zonder zielig te willen overkomen hees ik mij met veel pijn uit mijn benarde positie. De chauffeur van de betonwagen keek een beetje meewarig naar die dubbelgevouwen kabouter die uit het niets omhoog klauterde. 
In de bouw is beton beton, dus het storten ging door. Ik kon werkelijk nog geen troffel vasthouden van de pijn. 
Na een uurtje werk zat het beton erin en mocht ik naar huis.......
Bij het opstaan vanmorgen had ik in bed geen pijn. Ha! dacht ik. Dat duurde niet zo lang, want uit bed stappen lukte niet, dat werd rollen. Op mijn knieën de trap op, met veel moeite plassen en daarna weer plat op de grond. Tim zei later dat één van mijn benen spastisch was geworden, maar dat had ik niet zo scherp, zullen we maar zeggen. 

Voor mij vandaag geen Pui de Linya, en komende week ook geen Posets en Aneto, de twee hoogste bergen van de Pyreneeën waarvoor dit een oefening was, vrees ik. Jammer. Ik hoop dat ik voor Tim nog een partner kan vinden.


Terug naar de website

zaterdag 22 augustus 2015

Mieoew

Catalanen zijn trots op hun taal. Onder andere omdat het Catalaans méér vocalen bevat dan het Spaans. Spanjaarden hebben een A, een E, een I, een O en een U (uitgesproken als OE). Dat is het wel zo'n beetje. Mede daarom is Spaans een vrij eenvoudige taal. Een typisch geval van WYSIWYG als je het op moet schrijven.
Catalaans, net als Nederlands, heeft diftongen, de ene keer is een E een È en dan weer een É enzovoorts. Daarom is Catalaans schrijven voor de oudere Catalanen haast onmogelijk. Niet op school geleerd, ga er maar aan staan. Daarom schrijven onze kinderen, die het Nederlands behoorlijk spreken, ook niet te best Nederlands. WYWINWYH: what you write is not what you hear, but something completely different.
Wat ik een discutabele conclusie van die Catalanen vind: Zij vinden dat het Catalaans door die complexiteit hoger aangeslagen moet worden dan het Spaans. Evolutionair gezien zou je denken dat overbodige ingewikkeldheid juist afslijt met de tijd. Dat zie je  bijvoorbeeld aan het ontstaan van de (vroeger alweer) SMS-taal en haar erfgenamen. Het lijkt me dat daar het laatste woord door de -objectieve- deskundigen nog niet over gezegd is. In ieder geval hebben de Catalanen de schijn tegen. Door de honderden jaren uitgeoefende onderdrukking door de machthebbers in Madrid stond het Catalaans stil tot aan de invoering van de democratie een jaar of 30 terug.

Ik kwam op deze overpeinzing omdat wij sinds een dikke week een poes aan het domesticeren zijn. Het beestje is hier begin juli voor het eerst gesignaleerd. Met twee nestgenoten een paar meter van onze voordeur geboren. Een dag of tien geleden kwam het behoorlijk vermagerde beestje hier steeds rondscharrelen. Broers en of zussen schijnen elders op het terrein te zijn gesignaleerd, er lag ook ergens een dode poes die de moeder zou kunnen zijn, kortom: Het beestje maakte een wezige indruk.

Mede omdat Joep net het huis uit is, waardoor ons Timmetje als half-wees achterblijft vanaf zijn aanstaande terugkeer op het thuisnest komende maandag, dachten zowel Franka als ik: Zullen we dat half-weesje adopteren als maatje voor Tim? Vroeger heeft Tim weleens een kat gehad, Lakkie heette die (of Lucky, dat bedenk ik me nu pas) en Tim hield zielsveel van het beest dat was komen aanlopen. Lakkie was een kater en ging op een gegeven moment zijn ferromonen achterna. Ontdekten we een paar jaar later toen hij op de camping van de burgemeester bleek te wonen. Baggervet want al die stadse kinderen voerden Lakkie daar, minnaressen in overvloed, dus wilde hij niet meer met Tim mee toen deze een actie: "Breng Lakkie Terug" (naar zijn thuisbasis) opzette.

Tim houdt van dieren, dat is zeker. Franka en ik een stuk minder, maar je gunt zo'n jongen wat om zijn broer en zus te vervangen. Ook een discutabele redenering, maar moet alles voldoen aan de wetten van de logica?
Eendrachtig besloten wij dat ........het verdiende om de vriendin van Tim te worden. Voeren dus dat beest! Aanvankelijk had het diertje nog geen naam, maar ze kon zo klagelijk Mieoew mauwen dat wij haar al snel met die klank begonnen aan te spreken. De naamgeving hadden we eigenlijk aan Tim willen overlaten, net zoals de fase van het gedogen van het aanhalen en het schootzitten.
Het ging allemaal te snel. Wij noemen haar Mieoew en het schootzitten heeft zij gisteren min of meer spontaan (zonder bijvoeren) bij mij volbracht. Ze is nog wel wat schrikachtig, maar dat krijgt Tim er vast nog wel uit.

Katten blijven eigenheimers. Nederlanders ook. Want Mieoew kun je in het Nederlands niet zo opschrijven. Geen W zonder voorafgaande U. Raar is dat, want zo klinkt het wel.

donderdag 16 april 2015

De koereiger: Kijken en zien

Beeld

Ik rijd richting ons huis langs het stuwmeer. Dat is een smal weggetje en sinds een aantal jaar pas ik mijn snelheid altijd aan die omstandigheid aan. Dat komt zo. Op die weg -iets verderop in feite, op het bewuste gedeelte staan vissers en lopen gewone wandelaars- lopen vanaf Pasen tot en met half september regelmatig hordes canyoningers in hun surfpakjes naar boven. Vaak zijn dat groepen pubers en die gaan dan leuk doen. Expres niet opzij stappen, zogenaamd liften, van die dingen. Vroeger irriteerde mij dat. Gewoon tijdens het woon,- werkverkeer opgehouden worden door mensen die je lopen te sarren. Dat doen ze GVD in Barcelona waar ze wonen toch ook niet? Zoiets. Op een gegeven moment had ik het zo gehad dat ik in plaats van in te houden bij zo'n aktie besloot gas te geven. Nog net op tijd kon het jongetje van 15 opzij springen. Hoop verontwaardigd geschreeuw viel mij ten deel.
Gelukkig geen persoonlijke schade, maar wel aanleding tot reflectie. Als ik zo zijn doorgegaan, was dat er ongetwijfeld ooit van gekomen, die persoonlijke schade. En waarom eigenlijk? Tsja, nergens om, omdat ik 20 seconden vertraging oploop. So what? Sindsdien heb ik mijzelf rationeel geherprogrammeerd en rijd ik met de snelheid van een rollator naar boven. Vriendelijk bedankend als ze eindelijk opzij zijn gegaan. Glimlachen vallen mij ten deel. Mijn levenskwaliteit is al met al toegenomen.

De koereiger

Die hierboven geschetste snelheid heeft nog meer voordelen. Je ziet nog eens wat! In dit geval zijn dat twee witte dingen in de lucht. Over witte UFO's heb ik weleens vaker geschreven, het is haast een rode draad in "mijn werk".
Door mijn sukkeldrafje heb ik tijd om, voorzover mijn ogen dat nog toestaan, rustig in te zoomen op die witte vlekken. De lucht is blauw, de zon fel, en ik méén behalve het wit iets oranjegeels te ontwaren. Daarna neemt de waarnemingskwaliteit af, want ze vliegen harder dan ik rijd.
Alsof ze mijn teleurstelling aanvoelen maken de twee witte vlekken keurig unisoon een bocht. Tegelijk toch in ieder geval, want unisoon hoort bij geluid en ik hoor niks. Na die bocht vliegen ze mijn kant op, over mij heen en landen op het weiland tussen de koeien.
Iets te ver weg, dus ik zet de auto in de achteruit en probeer iets dichterbij te komen. Nog steeds te ver van mij verwijderd voor een positieve determinatie, maar hun houding, hun kleur (wit dus met een beetje geel op de borst), hun formaat en ook hun gedrag brengen mij op het idee dat het misschien wel koereigers zijn.





Thuisgekomen zoek ik het op, en ik kan de lezer verzekeren dat ik vrijwel zeker twee koereigers heb gezien. Dat is vrij bijzonder, want die komen hier eigenlijk niet voor. Het is trektijd in april, dus het zou zomaar kunnen kloppen.

Kijken en zien

Later vraag ik mij af waarom ik vrijwel meteen wist dat het geen Aasgieren waren. Die wonen daar in de buurt en zouden terug kunnen zijn uit Afrika. Of Visarenden wat ik ooit dacht. Even moest ik ook aan Ooievaars denken, die heb ik daar ook weleens als dwaalgast waargenomen, maar alledrie die soorten liet ik bijna onmiddellijk varen als kandidaat voor het goede antwoord. En niet alleen omdat ik geen zwart zag! Dat zag ik inderdaad niet, maar zoals gezegd: Heldere lucht, felle zon en niet te beste ogen.
Mensen vragen mij weleens 's zomers: Hoe zie je nou dat het een Steenarend is? Of juist niet en wél een Vale Gier. Of allebei niet en wél een Lammergier, enzovoorts. Dan klets ik wat over vliegbeelden, maar die vleugels bewegen en niet ieder vliegbeeld is hetzelfde.

In dit geval ben ik er na drie dagen achter gekomen dat ik die twee vogels heel snel als niet-roofvogel had gekwalificeerd. Of aaseter, dus geen Visarend (onwaarschijnlijk) of Aasgier (heel goed mogelijk). Die twee vogels met hun gelijktijdig ingezette bocht gedroegen zich te sociaal om roofvogel te kunnen zijn. Roofvogels en hun familie de aaseters zijn eigenheimers. Vale gieren zie je wel groepsgewijs, maar het zijn opportunisten. Ze doen waar ze zelf zin in hebben.

Ongetwijfeld heb je weleens beelden gezien van collectief opstijgende opgejaagde troepen flamingo's. Dat is ondermeer zo indrukwekkend omdat het uniform is. Opgejaagde Vale Gieren kiezen na een paar vleugelslagen ieder hun weg.

Kijken en zien, zonder dat je het in de gaten hebt.

Terug naar de website

donderdag 5 februari 2015

Analytics



Indrukwekkende cijfers

Google Analytics is een hulpmiddel om het wel & wee van websites te doorgronden. Of in ieder geval waarmee ze mij  inzicht verschaffen in wat er met onze website aan de hand is.
Cijferreeksen te kust en te keur, tabellen, je kunt ze geloof ik ook als staafdiagrammen presenteren, noem maar op. Nu ben ik verzot op cijfers, dus dat komt goed uit. Cijfers geven de mens (schijn)zekerheden, zoveel is wel zeker.
In bovenstaande foto heb ik gegevens van vorig jaar en dit jaar gekopiëerd die Analytics heeft gegenereerd, ziet er kek uit, niet? Ik zie mijzelf al aanschuiven bij een bespreking met een bank waar ik een krediet wil lospeuteren. "Mevrouw! (met nadruk) zoals u ziet is het aantal bezoekers van onze website sinds vorige jaar toegenomen met 50,17%........." Die puntjes staan voor de betekenisvolle stilte die ik laat vallen nadat ik komma-zeventien-procent strak gearticuleerd toevertrouw aan het neutrale gebied dat zich ergens halverwege de afstand tussen de deelnemers aan de bespreking boven de gepolitoerde tafel bevindt.

Inzicht?

Diep in mijn hart zou ik weleens willen weten wat een  echte marketeer van bovenstaande getallen zou brouwen. Google helpt vast een handje door met kleurcoderingen te werken. Rood staat daarbij voor min en groen voor plus. Dat is in het gewone leven ook zo, maar net zoals in het gewone leven hebben dingen vaak meer kanten. "Depende como se mire (Het ligt eraan hoe je het bekijkt)" zeggen ze hier.
Een voorbeeld. Het bouncepercentage is het gedeelte van de bezoekers dat na de eerste pagina te hebben bekeken afhaakt. Een hoog bouncepercentage = fout. En een stijging van het bouncepercentage zeker!  Is een hoog bouncepercentage fout? Depende como se mire. Als je de pagina waar iemand door Google naar toe is geleid verandert waardoor de bezoeker sneller ontdekt dat hij/zij verkeerd zit, is een toename van het bouncepercentage goed. Lijkt mij. 
Een ander voorbeeld. Het aantal nieuwe sessies tov het aantal herhalers neemt af. Van 71% nieuw naar 62% nieuw. Analytics zegt: Rood. Is het ook negatief? Depende como se mire. We hebben dit jaar 900 ipv 600 bezoeker. Dat wil zeggen, 558 (62% van 901) nieuwe en vorig jaar dus 426 (71% van 600). Een stijging van 31%. Dat lijkt mij goed
Van die bezoekers komen er veel voor de tweede of derde keer langs. Ik zeg: Manlief ontdekt website op vrije vrijdag. Het lijkt hem wel wat daarom laat hij op een later moment zijn partner zien wat hij gevonden heeft. Herhalen is dus soms heel  goed

Kijken, kijken, maar niet kopen

Uiteindelijk maakt het geen bal uit of je 100.000 bezoekers per dag hebt of 10. Tenminste niet als je zoals wij in een niche van de markt rommelt. Wij hebben een kleine 100 boekingen per jaar gemiddeld en dat kunnen er nooit meer dan 150 worden, daar hebben we de capaciteit niet voor, tenzij we ons bedrjfsmodel radicaal omgooien. 
Jaarlijks hebben we ongeveer 20.000 bezoekers op de site, meen ik. Die kunnen wij hier niet allemaal onderbrengen, dus is het goed dat al die mensen niet komen. 
Het gaat erom dat de website ongeveer 100 mensen voldoende aanspreekt om hen het besluit te laten nemen hun tent bij ons op te slaan. En zelfs dat niet, want we hebben regelmatig terugkomers en mond,- op mondkomers. 
De gemiddelde sessieduur is dit jaar vergeleken met 2009-2014 met 50-60% toegenomen. Is dat positief? Depende como se mire! Als mensen hun gedrag veranderd hebben -zeker waar, een smartphone/tablet anno 2015 wordt anders gebruikt dan een PC in 2009- is een absolute toename misschien wel een relatieve afname. Als mensen langer blijven hangen omdat ze het leuker vinden op die site, is het goed. En als ze langer blijven hangen omdat ze de weg haast niet kunnen vinden, is dat weer fout

Als gerelateerd aan het besluit tot reservering/aankoop, want voor kijken alleen kopen wij niks. 

Conclusie

Het is gevaarlijk verleidelijk om je op die cijfers te storten, maar.......inzicht? Ik twijfel.


Terug naar de website

dinsdag 13 januari 2015

Verdomme!

Roekeloos

Een dikke week geleden gaf ik hier uiting aan mijn zorg met betrekking tot de gezondheid van onze jongens. Dat was ingegeven door hun naar mijn mening wat al te drieste pogingen om leuke sprongen te leren  met skies of snowboards vastgebonden onder hun voeten. Zelf ben ik ook ooit jong geweest, als degene die voor mij in de boom was geklommen niet op dat dunne  hoogste takje had durven gaan zitten, wist ik wat mij te doen stond. Dus ik snap het wel, dat licht roekeloze. Of ik het (altijd) leuk vind? "I'm in two minds", zeggen de Engelstaligen dan.

Intuïtie

Mensen die geloven in hun intuïtie zouden vast, na hetgeen gisteren is gebeurd, roepen: "Ik had het wel voelen aankomen!" Afgezien van het feit dat zulke uitspraken meestal betrekking hebben op een schier oneindige veelheid voorvoelsels die op die ene na niet zijn uitgekomen, en ik vorige week mijn zorg aan het papier had toevertrouwd, ga ik hier niet beweren dat ik "het had voelen aankomen." Dat had ik namelijk niet.

Gescheurde banden

Op het moment dat het gebeurde, hoorde Joep een geluid alsof er iets brak. Zijn enkel dacht hij. Hij was een partijtje aan het basketballen op het schoolplein, zette zijn voet verkeerd neer, en hoorde een geluid terwijl hij op de grond viel. Een krakend geluid gecombineerd met erg veel pijn.
Dat zag er niet goed uit, en het voelde nog minder.

De leerplicht

Joep is 17 en derhalve niet meer leerplichtig. In de praktijk betekent dit dat niet de school, maar de ouders/verzorgers verantwoordelijk zijn ingeval een ongeval plaatsvindt. Ik werd gebeld met de mededeling dat mijn zoon veel pijn en een enorm dikke enkel had. De schoolleiding adviseerde mij hem te komen ophalen, omdat het hen niet verstandig leek op de schoolbus te stappen.
Het was 15.50 u, en de CAP (het gezondheidscentrum) 2 minuten verwijderd van zijn school. De lessen eindigen om 15.10, maar omdat we in Spanje wonen, moeten de kinderen die niet in het dorp, waar die school staat, wonen, eerst gaan eten voordat de schoolbus om 16.05 vertrekt.
Ons huis bevindt zich op een klein half uur rijden van die school, dus ik riep: "Ik kom eraan, hebben jullie ijs op die enkel gedaan?" Dat hadden ze, nog een gelukkie, want volgens mij hoort dat niet bij hun verantwoordelijkheid als zo'n slachtoffer niet leerplichtig is.

Onderweg

Verdomme! dacht ik in de auto. Hele skiseizoen naar de filistijnen door een misstap. Die rit duurt een half uur, dus ik overwoog nog meer zaken, maar dan wordt dit verhaal te lang. Er werd gebeld. Het schoolhoofd aan de lijn. "Of ik toestemming gaf dat zij samen met de conciërge Joep naar de CAP zou brengen, want hij had wel héél veel pijn?" Coöperatief als ik ben ingesteld, gaf ik hen carte-blanche.

Bij de CAP

Gelukkig had ik voor vertrek genoeg tegenwoordigheid van geest een pot pijnstillers in mijn zak te steken. IJs op een enkel leggen valt al buiten de competentie, dus een Iboprufennetje of wat door zijn keel werken komt al helemaal bij niemand op.
Joep zat samen met schoolhoofd en conciërge in een rolstoel in de wachtkamer.

"Heb je de dokter al gezien."
Dat had hij.
"Wat heeft hij gezegd?"
Niks eigenlijk.
"Niks??? Hebben ze je al pijnstilling gegeven?"
Dat hadden ze niet.
Kwam mijn strip diclofenaco toch nog van pas.

Het schoolhoofd meldde dat de dokter had gezegd dat de enkel erg dik was. En dat het hem verstandig leek naar de eerste hulp van het ziekenhuis te gaan.

Tussen twee culturen

Zelf heb ik teveel dagen van mijn leven in ziekenhuizen doorgebracht. In Zuid-Amerika en in Nederland voor mezelf en hier in Spanje als begeleider van onze kinderen en af en toe als tolk/begeleider van gasten die pech hebben gehad. Teveel dagen heeft als keerzijde dat je ervaringsdeskundige wordt en interculturele vergelijkingen kunt maken.
Toen ooit mijn bot afstierf werd mij dat door een aardige verpleegkundige die Marion heette terwijl zij de wond aan het behandelen was verteld. Dat mocht zij uiteraard niet, maar zij was Nederlands, kende mij al meer dan een maand door de dagelijkse omgang en vond dat ik dat moest wéten. Dat ik letterlijk niet ongeschonden uit het ziekbed zou komen.
In Spanje is zoiets, naar mijn ervaring, volstrekt ondenkbaar. Dat komt verderop.

In het ziekenhuis

De arts van dienst was een reuze aardige, naar het scheen capabele man. Zijn assistent daarentegen leek weggelopen uit een film. De rol van die jongen was onduidelijk. Leerling-verpleegkundige? Arts in opleiding? Het laatste in ieder geval niet, naar ik hoop, en in plaats van verpleegkundige kan hij beter schoonmaker worden. Niets ten nadele van het schoonmaakvak, maar de sterftekans is lager. En als iemand stage loopt voor arts en hij weet niet wat enkelbanden zijn? ("Zegt dat je iets, enkelbanden", vroeg de dokter? Gevolgd door glazig staren.  Zorgelijk.)

De gipskamer

Terwijl de foto werd ontwikkeld, kwamen er twee ambulances binnenrollen met nieuwe patiënten. Onze arts was alleen, dat heb je in zo'n streekziekenhuis, en wij moesten weg uit het behandelkamertje naar....Ja, dat wist eigenlijk niemand. De schoonmaakster bracht uitkomst door te opperen dat de gipskamer vrij was. Hoefden wij in ieder geval niet samen met de nieuw-aangekomen patiënten in de gang op onze beurt te wachten. Het voelt ook een beetje raar als je tussen mensen aan de beademing en een hele rits drukdoend ambulance,- en ziekenhuispersoneel  door met je zoon in een rolstoel een goed heenkomen loopt te zoeken. Terwijl onduidelijk is wáár dat heenkomen is gelokeerd.

De behandelaarster

Na een tijdje kwam er iemand binnen die leek te zijn gestuurd door de schoonmaakster. Zij bleek de opdracht te hebben gekregen om een gipsen steunverband aan te brengen. Op onze vraag of zij ook wist wat er met die enkel aan de hand was, zei ze: "Nee." Daar word ik altijd een beetje kregel van, en ik repliceerde: "Als je niet weet wat er aan hand is, wat dóe je hier dan?" hetgeen haar enkele ogenblikken uit haar evenwicht bracht. Gelukkig herinnerde zij zich op tijd dat informatie verstrekken over het karakter van de aandoening onder de compententie van de arts valt, en zei ze met triomf als ondertoon in haar stem: "Ik word gestuurd!" God, wat mis ik mijn pleeg Marion op zo'n moment.

Het afscheid

Temidden van niet opgeruimde resten van het gipsverband werden wij achtergelaten. Vrijwel onmiddellijk kwam de baliemedewerker binnen met de papieren voor de nazorg, het recept voor de pijnstilling en een blik in zijn ogen die ons deed besluiten zo snel mogelijk naar buiten te rijden. Hij protesteerde daar niet tegen, dus de inschatting leek juist.

En nu zijn we thuis. We denken dat Joep zijn enkelbanden gescheurd heeft en we wéten dat we over 10 dagen terug mogen komen bij de algemeen chirurge Dr. Gotschi. Haar kennen we gelukkig heel goed.......leuk mens wel.

Terug naar de website

vrijdag 9 januari 2015

Fietsen op de Passo di Primi

Wie er fietst

Na twaalf jaar heb ik de pagina fietsen/mountainbiken op onze website vernieuwd. Een interessante exercitie. Al doende realiseerde ik me dat ik het destijds niet erg slim heb aangepakt. Denk ik nu dan toch. Mijn uitgangspunt was ooit dat het aanbod fietsroutes in ieder geval óók aantrekkelijk moest zijn voor gezinnen, onze gedachte cliëntéle. Af en toe krijgen wij hier wel mensen met een fietsdrager met fietsen voor het hele gezin, maar op één meisje van 6 jaar oud na heb ik hier nog nooit een kind zien fietsen.
Die fietsen op de drager zijn bestemd voor een andere week in Frankrijk of desnoods aan de Costa Brava waar in het achterland gepeddeld kan worden. Degenen die fietsen zijn de papa's. En een heel enkel keertje een mama. Maar nóóit een mama waarvan de partner niet fietst. Tegenwoordig hebben de mama's dan soms een elektriek hulpmotortje om papa te kunnen bijhouden.

Wie er niet fietst

Die kennis had ik 12 jaar geleden ook al, behalve dat van die hulpmotor. Menigmaal heb ik in Zuid-Limburg met de vrienden van mijn mannenfietsclub meesmuilend toegezien hoe, destijds wat oudere, inmiddels wat jongere, mannen met een beginnende bierbuik op zondagochtend de huiselijke verplichtingen lieten voor wat die waren en met hun vrienden de heuvels en terrassen onveilig maakten. Wij hadden nog geen kinderen in die tijd, derhalve geen huiselijke verplichtingen, dus voelden ons gerechtigd om daarop neer te zien.
Vermoedelijk was dat de achtergrond die mij er toe dreef om een zo sexe-neutraal-mogelijk fietsaanbod in de verkoop te zetten. Hoe dom kan een mens zijn?

De fiets als gewei

Zonder nu meteen een diepte-psychologisch inzicht te willen verwoorden, wat voor de vrouw haar (over)gewicht is, is voor de man zijn fiets (of auto, maar dit gaat over fietsen). Een mal pakje om het lijf en daaronder een kek karretje. Zelfs mijn vrienden van de nog steeds bestaande mannenfietsclub hebben zich de afgelopen twee jaar allemaal op een carbon-frame getrakteerd. Als ik terugdenk aan hoe wij 30 jaar geleden onze ijzeren rossen sneller probeerden over de top te jagen dan die dure chroom-molybdeen frames van die bierbuiken? Vermakelijk.

Priming

Potentiële mannelijk klanten moet je niet proberen binnen te halen door te zeggen dat je zo leuk met het gezin naar een stuwmeertje in de buurt kunt rijden. Denk ik nu. Je moet ze een uitdaging geven. Hoe is het immers ánders te duiden dat al die idioten zo nodig Alpe d'Huez op willen rijden? Of de Stelvio. Of de Tourmalet. Of de Mont Ventoux. Voor het mooie uitzicht? Dat denk ik niet. Een vriend van mij is al meer dan 40 keer de Mont Ventoux opgereden. Degene die mij daarvoor een plausibele rationele verklaring kan geven, krijgt onmiddellijk een krat bier thuisgestuurd.
Om deze reden heb ik een overzicht gemaakt van de zwaarte van de colletjes hier in de buurt ten opzichte van "grote namen". Dan kunnen die mannen, dat hele gefiets is immers weinig meer dan de illusie dat ze net als Eddy(?), Joop(?), Bernard(?), Marco(!/?), Miguel(?/?), Lance(?!/?!), Alberto(!/?) of Nairo/Chris/Vicenzo naar boven dansen, zich inbeelden dat ze de Mont Ventoux beklimmen als ze hier over de Col de Creu d'Eixol omhoog rijden. Zwaarder dan de Tourmalet!


En dan stoppen ze  vrouw en kinderen gewoon in de 740 hatchback als ze "gezellig met de kinderen" in dat stuwmeertje moeten gaan zwemmen. Veel minder gedoe met de badlakens en pick-nickmand.

En dit is de uitdagende pagina geworden

zondag 4 januari 2015

Halve waarheden en smartphones

Halve waarheid

Het verhaaltje dat ik gisteren opschreef over onze prijswinnende zoons met hun filmpje behoeft enige rectificatie. In de eerste plaats heeft de auteur om het verhaal met weinig woorden wat extra lading te geven een beetje gestoeid met de waarheid.
Dat zit zo. Joep's telefoon is niet stuk. Hij was hem vorige week weliswaar kwijt, maar door een eerlijke vinder was de telefoon weer in zijn bezit gekomen. Wel uit zijn zak gevallen met één of ander truukje, dus mijn irritatie had enige grond.
Vervolgens was zijn telefoon een paar dagen later nat geworden. Sneeuw in de niet met een rits afgesloten zak. Sneeuw wederom via mislukt truukje in de zak geraakt. Telefoonscherm vertoonde vreemde trekken. Een jaar geleden -wij doen langer met onze telefoons dan de doorsnee-gebruiker, dat dan weer wel- was zijn scherm kapot. Via internet had Joep daarop zichzelf de reparatievaardigheden bijgebracht. Voor minder dan € 5 was er een S-III scherm uit HongKong in onze brievenbus beland en met behulp van een föhn en een stanleymes had Joep een nieuw scherm. Dat vond ik wel handig. Het leek mij een angstig avontuur.

Natte telefoon heeft oplossing

Gewapend met deze ervaring dacht Joep: föhn erop, scherm loshalen, tijdje doorblazen totdat water is verdampt en klaar is Kees. Aldus is het waterprobleem opgelost. Feitelijk was mijn uitspraak van de kapotte telefoon dus niet correct, maar verlies & vochtprobleem samen gaven mij wel het gevoel dat de telefoon stuk was (geweest). En aanleiding voor de vraag: "Betaal ik dan een nieuwe?" En het antwoord op die vraag had ik ook al geformuleerd. Laten ze maar een krantenwijk nemen.

Prijswinnend?

De voorwaarden van de wedstrijd zijn mij niet geheel duidelijk. In de kleine letters lees ik nergens dat er iedere week een telefoon wordt uitgeloofd. Het kan er  ook één  aan het eind van het seizoen zijn. Hoewel de tv vanmorgen wel zoiets riep. We gaan er dus vanuit dat ze gewonnen hebben. Wat nu? Er is ineens een telefoon over binnenkort in ons huis.

Mijn Samsung

Zelf loop ik al vierëneenhalf jaar rond met mijn Samsung nameless. Die is niet smart, maar voor € 19,95 aanschaf vind ik het prijs,- en groentechnisch een wereldaankoop. Tegen iedereen die het horen wil -of niet- roep ik de hele tijd hoe blij ik met dat ding ben. Kan weliswaar noch Whatsappen noch Wordfeuden, maar iedere ochtend om 07.15 loopttie af en bellen en SMS'en gaat ook goed. Desondanks word ik wel een erge dinosauriër inmiddels. Daarom stelde ik de jongens voor de telefoon die hier binnenkort bezorgd wordt, aan hun vader te schenken.

Dat leek hen een tof plan. Ondanks waterdicht en schokbestendig heeft dat apparaat een camera met te weinig pixels en ander feilen op chill-gebied. Te dik, te zwaar enz. Maar mocht mijn Samsung stuk gaan, weest niet verbaasd als ik rondloop met mijn nieuwe speeltje:



zaterdag 3 januari 2015

Temps de neu

Kapotte ski

Terwijl ik hier achter mijn scherm probeer onze website op te leuken, vermaken onze zoons zich in de sneeuw. Als vader bezorgt dat me regelmatig kopzorgen, eerlijk gezegd. 
Zo moest ik vandaag plotseling om 12.15 uitrukken om ze op te halen?! Dat gebeurt nooit, normaal skiën of boarden ze vanaf 9.00 als het skistation opengaat totdat de laatste liften uitgezet worden om 16.30. Nattigheid voelde ik. Het verhaal was dat Joep, waarvan de ski's in reparatie waren wegens, laten we zeggen zéér intensief gebruik, op zijn board niet lekker kon draaien bij deze sneeuwcondities. 

Kopzorgen
Meteen uitgerukt en naar de afgesproken plaats. Niemand te zien. Na een te lange wachttijd kwamen ze er toch aan. Joep liep erbij alsof hij in een zware depressie terecht was gekomen. Dat van die depressie viel bij navraag wel mee. Het probleem was dat hij bij het proberen van een nieuwe sprong/salto ongenadig hard op zijn hoofd was geland. Dat verhaal over dat snowboard was, laat ik zeggen, een halve waarheid. Hij was gewoon dermate groggy dat ze hadden besloten het dagprogramma voor gezien te houden. 
Ik ben niet de enige met koppijn. 

Temps de neu

Op de Catalaanse tv is een programma dat "Temps de neu" heet. Naast informatie over de sneeuwcondities in de verschillende skigebieden heeft dat programma een item dat een 5-tal bloopers in de sneeuw laat zien. De beste van de 5 krijgt dan als beloning voor het opsturen van het videootje een prijs. Een nieuwe mobiele telefoon geloof ik. Ze weten wel hoe ze de jeugd moeten aanspreken bij TV-Catalunya. Wekelijks worden we getracteerd op de meest gruwelijke valpartijen, die altijd door een voice-under van lachende adolescenten wordt begeleid. Leuk! Vooral als je vader bent van zulk spul.

Probeerseltje

De lezer voelt misschien al waar dit verhaal naar toe gaat. Onze beide zoons, voorzien van mobiele telefoons en zo'n camera waardoor Michael Schumacher levenslang gehandicapt is geraakt, filmen hun pogingen tot back-flip, front-flip, misty, lincoln, cork, rodeo, kangoroo-flip of een combinatie van deze movements ook dagelijks. Die pogingen leiden, zeker de mislukte, tot schade aan het materiaal en aan personen. Vandaar die ski in reparatie, en vandaar mijn hoofdbrekens. 

Mislukte sprong, gelukte opname!

Het voordeel van een niet 100% correct uitgevoerde sprong is dat het de mogelijkheid biedt tot een leuke opname. Dat dachten die jongens ook, dus deze week hebben ze voor het eerst één van hun filmpjes opgestuurd aan "Temps de Neu". Een combinatie van een gelukte back-flip en daarna een jammerlijk mislukte front-flip. De springer was Tim, die zo uit zijn evenwicht was geraakt bij de landing dat hij kennelijk dacht: Ik heb een overschot aan positieve centrifugale energie. Dat is eigenlijk een front-flip!
Joep stond erbij met zijn mobiel en filmde. 

Eerste prijs

Zonet krijgt één van de jongens een Whattsapp van een vriendje dat "Temps de Neu" deze week de 1e prijs heeft uitgereikt aan Joep en Tim van Noort! Morgenavond op de televisie. Als TV-3 het filmpje op hun site zet, plak ik hieronder een link. Ik ben zo trots als een pauw. Vooral omdat deze prijs hen ongetwijfeld zal stimuleren om nog meer volstrekte onzin te proberen. Want bij één van Joep's laatste pogingen was zijn mobiel gesneuveld en ik betaal geen nieuwe. De tv dus wel. 

Hier komt de link: Tim flippa's (dat betekent in het Catalaans "uit zijn dak gaan")

Terug naar de website