zaterdag 15 oktober 2016

Cami Vell

Tim's Profielwerkstuk

Tim doet zijn laatste jaar middelbare school en moet een profielwerkstuk maken. In Nederland moet je daarvoor een onderzoek kunnen opzetten, experimenteren, analyseren, beschrijven en presenteren. Op HAVO of VWO, waarmee zijn batxilerato vergelijkbaar is. Een hele mond vol in 80 uur. Tim is iets meer van het praktische dan van het theoretische, dus heeft hij gekozen voor een onderwerp dat letterlijk naast de deur ligt. Oude paden, ik heb er wel eens stukjes over geschreven. 
Of zijn werkstuk precies gaat passen in het traditionele onderzoeksmodel van hypothese formuleren enz. zal hem, zo krijg ik de indruk, worst wezen. Franka maakt zich daar een beetje zorgen over. Mijn slinger helt richting Tim. Als hij de oude paden van ons eigenste valleitje in kaart wil brengen en flinke stukken schoonmaken en zo aan de vergetelheid voor de komende 20 jaar wil ontrukken? Prima.

Padenprobleem

Mijn vriendinnetje gedurende mijn studietijd studeerde Tuin & Lanschapsarchitectuur. Op haar kamer stond een grote tekentafel die onder meer gebruikt werd om analyses van het landschap te maken als opmaat voor de richting van het te ontwerpen plan. 
Dat ging destijds uiteraard allemaal handmatig. Erg leuk, want die layers zoals we dat nu zouden noemen, lieten mooi zien wat er vanuit een bepaalde beginsituatie gebeurd was, wat de conflictpunten waren en vervolgens welke richting het op moest. 
Bij het aanleggen van nieuwe wegen waar paden waren, ontstaan ook conflicten, maar het slijt, zo heb ik me door Tim's onderzoek gerealiseerd. 
Om ons dorp als voorbeeld te nemen, vanuit hier waren er vroeger paden naar de omringende dorpen. Soms zelfs méér dan één en soms niet, als het te ingewikkeld was. Die paden werden gebruikt. De mensen gingen naar de markt, ze gingen aardappels halen in het volgende dorp, het vee werd geweid, ze gingen naar de houtzagerij en graanmolen. En ze waren met veel tot eind jaren '40. Relatief veel bedoel ik, want het blijft een klein dorp. 

Noodzaak

En er bestond zoiets als noodzaak. Als er door een hevige regenbui een stukje pad wegspoelde, kon je er niet meer langs. Als er een boom omwaaide hetzelfde. Als je regelmatig met een kudde schapen, geiten of muilezels over zo'n pad loopt, houden die dieren de vegetatie in bedwang. Daar hoefde je niks aan te doen. 
Een bijkomend voordeel waren de verregaand versnipperde eigendomsrechten. In het bijdal/zijdal achter ons huis had iedere boer uit het dorp wel een perceeltje. (Het eigendom hier valt begripsmatig eigenlijk toe aan de boerderij, casa, maar dat is voor de gemiddelde Belg of Nederlander te ver van het bed. Het is wel de reden waarom onze campingplekken door ons aangesproken worden met de naam van een huis. Ons veldje "Clara" is niet van ene mevrouw Clara geweest. Of wel, want je weet nooit waar de namen van die huizen vandaan komen. Het veldje Clara was van Casa Clara toen wij het overnamen. De mevrouw die het aan ons over heeft gedaan heette Julita, of Generosa of Maribel. Het is namelijk óók nooit helemaal duidelijk welke generatie in de papieren staat en wij hebben het vooralsnog met een onderhandse afspraak verworven. Papieren gaan langzaam op het platteland.)


Afbeeldingsresultaat voor cami vell del pallars
De vrijwilligers aan het werk

Die versnippering heeft als voordeel dat iedereen belang had bij het instandhouden van de hoofdstructuur. Vroeger waren hier jaarlijks een paar dagen verplicht gemeenschapswerk voor dat soort klusjes. Dat was vroeger. 

Bevolkingsdruk(te)

Toen wij in '94 ons avontuur startten, woonden hier nog 11 mensen. Van de 120 à 130 die hier in de hoogtijdagen verbleven. Eén vrouw van begin 20 en de rest met een gemiddelde leeftijd van 75. 
De wet van de remmende voorsprong had ook hier toegeslagen. Ooit waren hier een stuk of 18 Casas verdeeld over ons dorp, Berrós laag en het volgende, Berrós hoog. Er bestond animositeit tussen de dorpen, nog steeds niet ontdekt waarom, daar ga je als antropoloog. Al zou die animositeit ook over sociale of politieke tegenstellingen hebben kunnen gaan. 
Van die 18 huizen waren er vijf belangrijk. De rest waren de keuterboertjes. En dat waren uiteraard degenen die als eerste het bijltje erbij neergooiden. De belangrijke huizen konden het langer volhouden. En daardoor troffen wij bij onze aankomst de verarmde oude rijken aan. 

Arme rijken

Verarmend, maar nog rijk genoeg om een auto te kopen toen in de loop van de jaren '60 de weg naar ons dorp gereedgekomen was. 
Gedeeltelijk volgde die weg het tracé van één van de paden die naar beneden liep. Waar de nieuwe weg samenvalt met het oude pad, is dat pad weg en het gebruikte dynamiet heeft met de stukken die niet samenvielen grotendeels korte metten gemaakt. Weg/pad. Pad/weg. 

De weg, de auto's, de ontvolking en de daarop volgende sluiting van het schooltje in ons dorp leidden ertoe dat het pad naar het volgende dorp niet meer dagelijks gebruikt werd. Weg/pad. Pad/weg. 

De markt in een ander dorp waar vroeger onze dorpsgenoten wekelijks kwamen werd door de ontvolking en het autogebruik overvleugeld door de markt 25 km verderop en verdween. Weg/pad. Pad/ weg. 

Het gebruik van auto's zorgde er eveneens voor dat het kerkbezoek kon worden gerationaliseerd. De pastoor verdween uit het dorp en werd vervolgens waargenomen door een pastor volante (vliegende pastoor idd)  die voor een doop of begrafenis in de auto sprong. Voorheen las "onze" pastoor in buurdorpen de mis en moest zich derhalve meerdere malen per week te voet verplaatsen. 

Om een lang verhaal samen te vatten: De hele oude infrastructuur werd overgelaten aan de grillen van de natuur en die eeuwenoude paden raakten in de vergetelheid. "Verloren" zeggen ze hier, maar ik vind vergetelheid een mooiere uitdrukking. 

Muilbeesten

Boeren zijn per definitie opportunisten. Ik gebruik dat woord niet met de negatieve ondertoon die er tegenwoordig aan kleeft. Kansenbenutters. 
Aan het begin van de vorige eeuw besloot het Spaanse leger over te gaan op muildieren in plaats van paarden. Het leger had er véél nodig en muildieren zijn meestal onvruchtbaar. De oplossing daarvoor was de volgende. Jaarlijks deed een luitenant van het leger hier met een aantal top-ezel-hengsten zijn rondje van dorp naar dorp. Daar werden de paardenmerries gedekt en de veulens in de herfst van het daaropvolgende jaar door de boeren naar de markt in Salás gebracht. Dat is hier 70 km vandaan. Twee dagen lopen heen en terug. 
De muildieren werden door leger-opkopers gekeurd en gekocht. Boeren blij, leger blij. 
Boeren blij omdat traditioneel hun voornaamste verwevenheid met de geldeconomie bestond uit het verkopen van wol. Dat konden ze in Australië een stuk goedkoper leveren, met als gevolg: einde wol. Nu zou je dat globalisering noemen. Toen heette dat goedkope wol uit Australië.

Dat is de reden dat wij met de verbouw van ons huis overal ferradura's tegen kwamen. Hoefijzers. En misschien ook de reden dat oude paden hier "Camins de ferradura" worden genoemd. Hoefijzerpaden letterlijk, die te smal zijn voor een kar en breed genoeg voor een behoefijzerde vriend. 

Cavalerie met verbrandingsmotor

Afbeeldingsresultaat voor poolse leger 1939


Er kwam een moment dat de cavalerie (in het Catalaans is cavall het woord voor paard, handig) werd gemotoriseerd. En daarmee was het pleit voor de boeren hier grotendeels beslecht. Door de wet van de remmende voorsprong konden sommige grote casas nog overstappen op de melkproductie, maar een generatie later sloot Spanje aan bij de EU.........
De laatste boer in ons dorp molk nog toen wij aankwamen. Hij heeft met overheidssubsidie zijn melkkoeien weggedaan toen Spanje probeerde het haar -door de -EU- toegewezen quotum te bestemmen voor jonge, minder kansarme, boeren door van oudere boeren hun quotum op te kopen. 

In ons dorp zijn er nu alleen nog maar een stuk of wat koeien die voor de vleesproductie worden gebruikt. Minder arbeidsintensief dan melken en sléchter voor het padenbestand. Als je overstapt op een extensievere productiemethode kun je met de zelfde hoeveelheid werk meer beesten hebben! En dat hadden ze ook. Vroeger werden die 20 melkkoeien door de 80+ moeder van de boeren gehoed. Die 60 vleeskoeien werden min of meer aan hun lot overgelaten. Koeien zijn geen geiten of muilezels. Ze eten géén bramenscheuten en als vervolgens een stuk pad ontoegankelijk werd, maakten ze wel een shortcut. Koeien zijn sowieso een tikkeltje lomp. 

Uit het bovenstaande, zonder de pretentie van volledigheid, valt te begrijpen dat het met die oude paden eigenlijk dweilen is met de kraan open. En toch, toch is het hartstikke leuk!

Cami vell

Afgelopen weekend zagen we in ons regionale plaatselijke sufferdje de vraag om voorstellen te formuleren voor het opkalefateren van een oud pad. Dat sluit mooi aan bij Tim's werkstuk! 

Ik was enigszins sceptisch, want in Spanje is er niet zo'n vrijwilligerscultuur in mijn ervaring. Bovendien zijn Spanjaarden erg van de gezelligheid. Leuk als er 15 mensen een dag komen helpen, maar die moeten dan tussen de middag ruimschoots worden voorzien van worst van de barbecue, brood en wijn. Netto-netto is de pay-off van zo'n dag vrijwilligerswerk dubieus. 

Toch maar de president van ons buurtcomité ingeschakeld om een voorstel op te sturen. En na een beetje heen en weer gemail is gisteravond op de reunió ons voorstel uitgekozen om op 19 november uit te voeren. Het zou een rol gespeeld kunnen hebben dat ons voorstel eigenlijk het enige was. Naast een paar ideeën van iemand die al twee keer aan de beurt is geweest, maar voor cynisme is hier geen plaats. 

We gaan het zien, maar hebben er zin in 


Cami vell op Facebook


Terug naar de website

maandag 3 oktober 2016

Steenbokken, jagers, natuurbeschermers en het schaap Dolly


Bouquetin

De steenbok, hier in Spanje Cabra de Montaña genoemd wordt sinds een paar jaar geherïntroduceerd aan de overkant van de grens. Bouqetin Pyrénees heettie dan. (Voor de goede orde: Capra pyrenaica pyrenaica heette deze officiëel)

Niet helemaal Bouqetin Pyrenées, want die is uitgestorven sinds 2000. Wist ik ook niet, ik dacht dat ze nog voorkwamen in de Sierra del Cadí, niet zo ver hiervandaan, een kalkgebergte dat tot de voor-Pyreneeën wordt gerekend. 
Klopt niet, want dat zijn Moeflons. Ook leuk, ze lijken wel een beetje op elkaar. 


Uitgestorven!

De herintroductie in Frankrijk is  in de jaren '70 van de vorige eeuw voor het eerst op de agenda gezet toen het Parc National des Pyrénées werd opgericht zo valt op deze site te lezen. In Frankrijk was de laatste Boquetin rond 1900 doodgeschoten. Er waren er nog een aantal aan "onze kant", waarvoor het bekende Parc Nacional de Ordesa y Monte Perdido al in 1918 werd opgericht. De jacht daar was al vanaf 1913 verboden. Er werd sindsdiein bijgevoerd, er werden in de jaren '90 in totaal 38 mannetjes uitgezet van een andere ondersoort ( Capra pyrenaica iberica) om de laatste vrouwelijke dieren te injecteren met vers genetisch materiaal, vergeefse moeite. Alle 38  binnen twee jaar dood en geen nalatenschap. 
Het allerlaatste exemplaar overleed op 6 janauari 2000, maar niet dan nadat........

Het schaap Dolly

De kennis van de genetica schreed voort en in 1996 ging Dolly, het Schotse gekloonde schaap, viraal. Dat bracht Spaanse onderzoekers er in 1999 toe de laatste steenbok te vangen en genetisch materiaal af te pakken om dat in te vriezen. 
Daarmee werden in 2002 kloontjes gemaakt, die ingeplant werden bij draagmoeders. Eén van die kloontjes lukte en op 30 juli 2003 werd het steenbokje geboren. De soort gered! zou je denken. Voor het eerst in de geschiedenis zou een uitgestorven soort door mensenhanden terugkeren, een wereldprimeur!
Helaas overleed het jonkie binnen een minuut. Soort nog niet gered. 

Het is niet helemaal duidelijk of het geld op was of dat de deskundigen besloten hebben dat die laatste Steenbok waarvan ze het genetisch materiaal hadden ingevroren al dermate gedegenereerd was dat het niks gaat worden, dat klonen. Ze zijn er voorlopig mee opgehouden. 

Speelballen van de politiek 

We zijn een aantal jaren verder. In die tijd kwam het probleem op de politieke agenda. De (hoge) Pyreneeën zijn aan de Spaanse kant verdeeld over 3 staatkundige eenheden: Navarra, Aragón en Catalonië. Aan de Franse kant komen daar drie bij: Haute-Garonne, Hautes-Pyrenees en Ariëge. 
In Frankrijk zijn ze vóór herintroductie, als is Haute-Garonne een twijfelgeval. 
In Spanje is Navarra vóór, Aragón is tegen, want die willen hun spermabank alsnog inzetten en Catalonië (lees: Parc Nacional de Aiguës Tortes y San Maurici) is neutraal.  Wij zeggen geen nee, maar zeggen ook geen ja, zolang er hier een overbevolking is van gemzen en edelherten, dat is het standpunt. Hoe die overbevolking moet worden aangepakt, wordt niet vermeld. 

Parc Natural

Niet iedereen in Catalonië is neutraal, want het Parc Natural (niet Nacional)  de l'Alt Pirineu (waar wij wonen dus) is vóór. Enig opportunisme is daar niet vreemd aan, want dat park bestaat pas sinds kort (2003) en probeert aan de weg te timmeren. Uit Frankrijk overgelopen beren en marmotten hebben we al. Beide soorten door herintroductieprogramma's in Frankrijk aangekomen uit Slovenië resp. de Franse Alpen. Met steenbokken erbij zou het Parc nog verder opstoten in de vaart der volkeren. 
Afgelopen 5 augustus werden de eerste steenbokken op Catalaans grondgebied gefotografeerd. Het Parc Natural deed nog dezelfde dag een persbericht het licht zien.

Ondertussen in Frankrijk......

zaten de verantwoordelijken niet stil. Na een jarenlange periode van discussie en voorbereiding werd er in 2014 begonnen met het vangen van steenbokken in de Spaanse Sierra de Guadarrama, van de ondersoort Capra pyrenaica hispanica waar er flink wat van rondlopen. De Sierra de Guadarrama lijkt wat betreft klimaat het meest op de Pyreneeën, was het idee. 
Snel verteld, want er waren nog wat problemen te overwinnen geweest. Welke dan? Nou, kijk....




In de rest van Spanje wordt gewoon op steenbokken gejaagd, en een mooie "trofeo" (lekker grote hoorns zijn dat) kan oplopen tot een waarde van € 20.000. Dat betekende dat de Spaanse eigenaren van de jachtrechten niet zo graag hun medewerking wilden verlenen. Als zo'n Steenbok bij leven en welzijn richting het buurland verdwijnt, zijn zij de hoorns & dat geld kwijt. Daarvoor is een regelingetje bedacht en krijgen ze toch nog een aardige schadevergoeding.  

Ondertussen in Roemenië......

En ik met mijn naïeve geest altijd maar denken dat jagers vriendenclubjes zijn van mannen die op zondag niet naar de mis gaan. Quod non, want er zit een reusachtige handel achter en die is niet alleen gebaseerd op olifantenjagers in Botswana zoals onze voormalige koning Juan Carlos. Prins Bernard was ook beschermheer van het wereldnatuurfonds geworden omdat hij op zijn jachtuitjes in Afrika zo van dieren had leren houden. Dat soort types associëer ik met betaalde jacht, maar dat is een beetje onnozel van mij. 

Zo kun je op de site waar ik bovenstaande foto vanaf heb geplukt naast "trofeos" van allerlei in Spanje voorkomende wilde dieren, bijvoorbeeld ook een beer kopen. In Roemenië. Met garantie! Beergarantie.

Vorig jaar was ik een weekje op bezoek in Roemenië en daar heb ik gezien hoe dat gaat. Een team "boswachters" is maanden in de weer om  met het dagelijks vullen van voederplaatsen die beren vaste gewoontes te laten aannemen. 
Komen dan de zichzelf jagers noemende klanten op de overeengekomen dag, dan worden deze geposteerd in benedenwindse schiethutjes. Van alle gemakken voorzien, want soms duurt het een paar uur. De beren worden middels een drijfjacht waarvoor tientallen dorpelingen worden gerekruteerd tot een afstand van 30 à 40 meter bij de jagers gebracht.
Deze zetten dan hun glas even aan de kant, pakken hun dubbelloops jachtgeweer en.......

Schieten mannen! 

Het lijkt me net zo opwindend als het besturen van een drone vanuit het Pentagon om wat Afghanen of Syriërs af te maken. (Misschien blijkt over een paar jaar wel dat je daar óók tegen betaling kunt gaan zitten met een glas Vodka, in het Pentagon bedoel ik. De meeste dingen die je verzint, zijn in werkelijkheid nog gekker.)

Rare jongens......

Mijn Roemeense vriend had mij meegenomen om me één van de highlights van Transsylvanië te laten zien. Het buiten van de voormalige president Ceaucescu die speciaal om af & toe een beer te schieten een half dorp had laten bouwen in de bergen niet ver van het kasteel van Dracula. Daar kwam hij dan om de paar jaar jagen. Vrijdagavond met een helikopter vanuit Bucarest, zaterdag "jagen" en zondag weer terug. Ook dictators moeten werken. Zo is het ooit begonnen. 

Het schouwspel overziend, de huid van de beer, de bijschnabbelende boswachters en de jagers die met 80 man van een copieus diner genoten......leidde bij mij slechts tot de gedachte: "Rare jongens, die Roemenen". Totaal geen benul dat dat soort jachtuitjes worldwide worden georganiseerd tegenwoordig. 

Voor die immigranten-bokken die zich laatst lieten zien in de Catalaanse Pyreneeën is het te hopen dat ze niet te vér Spanje intrekken. Voor hun eigen bestwil, want dan lopen ze de kans alsnog omgezet te worden in een "trofeo" en is alle jarenlange inspanning voor niks geweest. 

Rare wereld, en niet alleen die van natuurbeschermers en jagers.