zaterdag 29 maart 2014

Oude paden zoeken

Binnenkort is het twintig jaar geleden dat wij ons huis hier kochten. Als die twintig jaar op het gebied van wandelen ergens door worden gekenmerkt, dan is het "oude paden zoeken". Niet dat wij  twintig jaar als een stel malloten door bos en struikgewas hebben gestruind. Veel meer is het uiting van een poging om de werkelijkheid naar je hand te zetten.
Wij zochten vanaf het begin iets in de buurt van de GR-11, de doorgaande Pyreneeënroute aan de Spaanse kant. Nog voordat wij iets hadden gekocht, maakten wij al plannen om deze zonodig te verleggen. Zodat er als vanzelf mensen in onze -in de plannen nog- berghut terecht zouden komen. Nadat wij  een jaar voor aankoop zelf een stuk van de GR-11 hadden gelopen midden in de zomer, en de hele dag hadden genoten van een weldadige rust, lieten wij dit plan varen. Niemand zagen wij die dag.
Jaren later ontdekten wij op een oudere kaart dat die GR-11 ooit langs ons huis had gelopen. In ieder geval in ontwerp. Om voor mij onbekende redenen is dat plan gewijzigd, zodat de GR-11 nu boven over de berg achter ons huis loopt. De horizon van onderstaande foto. Soms verdwalen mensen op de top, die in feite geen top maar een grote hoogvlakte is, en storten zij zich min of meer naar beneden langs de helling omdat zij bij het groene ballonnetje op de foto een paar huizen zien. 1000m lager is dat. Die huizen zijn niet bewoond, zodat ze uiteindelijk meestal alsnog bij ons terecht komen. Dermate ontdaan dat ik nooit aan iemand geld heb durven vragen voor de stress-sussende taxiritjes, hapjes en drankjes. Daar kunnen wij niet van leven.




Toch, soms staan er paden op kaarten getekend die een sterke aantrekkingskracht uitoefenen. Of paden die niet op de kaart staan waardoor ze juist zo'n sterke aantrekkingskracht hebben. Een voorbeeld van het eerste is een pad dat van het groene ballonetje aansluit op de GR aan de andere kant van de pas. Meer dan 300m minder klimmen, lijkt aantrekkelijk. Op de kaart staat een pad. Op de helling hebben wij nooit echt iets kunnen vinden. Frustrerend.

Een voorbeeld van het tweede soort (niet op de kaart, wel bestaand) is de rode lijn op de foto. Dat wil zeggen, dat zeggen de mensen uit het dorp. Het oude pad tussen Berrós Sobirà, het volgende dorp, naar Dorve, het volgende dorp de andere kant op. Via onze achtertuin loopt het. Zeggen ze. En waarom zouden ze liegen? Ze gebruikten het vroeger regelmatig. Dat pad zijn we nu aan het terugveroveren op de natuur (kunnen onze klanten een leuk rondje lopen met name). De rechterhelft is geen probleem, dat ligt overduidelijk pad te zijn. Links van het midden is in '96 een landslide -beige op de foto- geweest, dus daar moeten we misschien iets afwijken, maar het is een weidegebied dus dat is ook geen punt. Het linkerstuk loopt vanuit ons huis recht het dal in. Dat hebben we inmiddels schoon gemaakt. Je voelt hem al, het probleem zit hem in dat stukje turquoise aan de linkerkant. Ik ben er nu 7 keer naar boven en naar beneden geweest. (Het is vrij steil, dus moeten we wel iets behoorlijks terugvinden.) Onderin zitten we goed. We komen ook op de goede plek boven. En, het ergste van alles, bij mijn zesde zoektocht heb ik het pad gevonden! Prima te doen, nergens te steil, regelmatig, meestal steeneiken langs de kant. 

Toen ik het de daaropvolgende keer goed wilde gaan markeren om het schoon te kunnen maken (die steeneiken snoeien vooral) zag ik het nergens meer. 
Uit boosheid heb ik mijn gereedschap daar ergens in de regen achtergelaten. Het wás er, dus we vinden het wel weer, maar waarom moet dat nou zo verdomd lastig zijn?


Terug naar de website

dinsdag 25 maart 2014

Gems in de gang

Ton Joosten, auteur van een hele serie boeken over de Pyreneeën heeft in het boek "Mijn Pyreneeën" een fotoserie gepubliceerd met als onderwerp zijn ontmoeting met een moeder-gems met haar jong. Het moet een indrukwekkende reportage zijn volgens de recensies.
Ik ken het boek zelf niet, maar mijn zus wel. Ton beschrijft de ontmoeting als een metafysische ervaring. Een culminatie van zijn jarenlange wandeltochten die tot een soort beloning leidde in de vorm van een intieme ontmoeting met twee wilde dieren. Die rustig op korte afstand met hem dat moment deelden. In een recensie op Hiking-site.nl lees ik: "Meest in het oogspringend is daarbij de korte serie foto’s die zijn meest gedenkwaardige ontmoeting met een moeder gems met jong laten zien."
Een mooi verhaal!

Nu is mijn zus, net als ik, derde generatie kleine middenstander. Bakker aan moeders kant, aannemer aan vaders kant. En mijn zus leest ook weleens iets anders dan de boeken van Ton Joosten, bijvoorbeeld dit:

Gemzen in de Franse Alpen zien niet goed meer door ziekte



Meer dan een kwart van de gemzen in het natuurreservaat Queyras in de Franse Alpen is slechtziend geworden door de besmettelijke veeziekte epizoötie. Dat bleek zaterdag uit onderzoek dat de Franse overheid en jagers gezamenlijk uitvoerden.

De ziekte is zeer besmettelijk voor hoefdieren, vooral gemzen en steenbokken. Epizoötie veroorzaakt een ontsteking aan het bindvlies en het hoornvlies, die uit zichzelf geneest. Wanneer de ziekte op zijn hoogtepunt is, zijn de dieren echter vrijwel blind. Daardoor lopen ze risico in een ravijn te storten of ten prooi te vallen aan roofdieren
.

(Hier in de buurt is de afgelopen jaren naar schatting 70% van de populatie als gevolg van ongevallen en bijkomende ziekten gestorven.)

Ton leek niet heel erg blij met de kennelijke afbraak van zijn ervaring en mailde haar iets terug dat niet inging op de alternatieve uitleg.

Nu kun je je afvragen of mijn zus dat mailtje had moeten sturen. Ik, als derde generatie kleine middenstander, vind dat geen vraag. Natuurlijk moet je mensen op misverstanden wijzen! Waarom niet? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die dat een dom en kortzichtig standpunt vinden. Iedere ervaring is uiteindelijk wat je er zelf van denkt, maakt of voelt. Ook dat is waar. Maar de vraag is of de momentane ervaring geërodeerd raakt door voortschrijdend inzicht. Zelf vind ik het wel vermakelijk als ik later mijn spiegelbeeld anders geprojecteerd zie.

En Ton, die op mij, in de boeken die ik wel van hem ken, de indruk wekt op typisch Nederlandse domineestoon te weten hoe de wereld elders georganiseerd moet worden, zou toch ook enige zelfspot kunnen hebben ontwikkeld?

Vanwaar deze lange inleiding? Al een aantal weken komen wij steeds een gemsje tegen dat volstrekt tegen alle natuurwetten in niet op de vlucht slaat als wij langsrijden, en de keren dat hij dat wel doet zich met zeer veel moeite tegen de berg omhoog beweegt. Als je weleens een gezonde gems hebt zien vluchten, is het verschil nogal schrijnend. Het beest ziet er niet te best uit ook, vinden wij.
Afgelopen zondagochtend zat het dier voor de zijdeur van ons huis. Later ging het richting parkeerplaats. Een uurtje geleden wilde ik iets uit de auto pakken die vóór ons huis staat. Er was juist een sneeuwstorm opgestoken.
Vlak daarvoor had ik Joep opgehaald en stond het gemsje op de weg. Nu, terwijl ik naar de auto ging, stond het bij ons in het portaal. De tochtdeur was dicht, dus verder kon het niet, en het was begonnen te knabbelen aan de skischoenen en snowboards van de jongens die daar staan. Weg ging het ook al niet toen ik de tussendeur opendeed. Het maakte eerder aanstalten om verder naar binnen te komen, weg van de kou.


Tim zag, nadat ik hem gealarmeerd had, dat er zich allerlei teken genesteld hadden op de kop van het dier.

Wat hebben we gedaan? Op aandringen van de jongens heb ik de boswachters gebeld om hem op te komen halen en af te maken, zo mogelijk. Ze kwamen sneller dan ik dacht, maar zonder zich vooraf te melden, zodat ons gemsje nadat de wind was gaan liggen naar buiten gelopen was.

De volgende keer vang ik hem. Niks metafysica. Dit noem ik dierenleed, met de kans op besmetting van soortgenoten.

Terug naar de website