maandag 19 september 2016

Cultuur of beschaving: Oriëntatie

Oriëntatie

Dit stukje gaat over oriëntatie en doet verslag van het aanvullende argument wat mij heeft doen besluiten om te stoppen met huttenreserveringen te doen voor mensen die geen bergwandelervaring hebben. Daarover schreef ik gisteren dit stukje: Evalutie

Een stukje geschiedenis

Als brugpiepertje kreeg ik les van Huib de Ruijter, leraar geschiedenis. Een oude man, vond ik vanuit mijn twaalfjarige perspectief. Hij overleed een jaar later als (begin zelfs, geloof ik) dertiger. De begrafenis maakte veel indruk op mij. Er waren ontelbaar veel mensen, want Huib was een geliefde man. 
Bij mij ook, want het was een keigoeie leerkracht. Dat zei je toen nog niet, en nu misschien niet meer, dat weet ik eigenlijk niet. Het inmiddels overjarige brugpiepertje Jaco van Noort heeft nog altijd een leuke herinnering aan Huib de Ruijter, de te vroeg overleden leerkracht. Op zeker moment vroeg hij onze klas naar de definitie van "Cultuur". Dat wist de klas niet, maar het brugpiepertje herinnerde zich dat Huib tijdens de eerste les het object van het vak geschiedenis had gedefiniëerd en daarbij de omschrijving van Cultuur had gebruikt. IJverig bladerend in zijn schriftje vond brugpiepertje de aantekening terug. Het stond uiteraard op de eerste pagina, net iets boven de helft: "Cultuur of beschaving is het geheel van materiële en immateriële verworvenheden van de mens." Wikipedia gebruikt 45 jaar later ongeveer dezelfde definitie. 
Meneer de Ruijter, wij noemden leerkrachten niet bij hun voornaam, gaf het brugpiepertje een compliment. Hij zei tegen de klas: "Het is niet zo heel erg als je iets niet (meer) weet, maar het helpt enorm als je in elk geval weet waar je het kunt vinden. Goed gedaan, brugpiepertje!"  Ongetwijfeld glimmend van trots heeft het brugpiepertje de definitie van cultuur voor eeuwig in zijn hersenen opgeslagen. Dat was de mooi meegenomen collateral damage. 
In feite was het compliment groter dan de leerkracht kon bevroeden, want het bevestigde voor mij een onderdeel van mijn persoon(lijkheid), namelijk de manier om om te gaan met nieuwsgierigheid. Zolang ik mij kan herinneren vind ik het leuk om kennis op te zuigen en die kennis te "processen". De encyclopedie bij mijn ouders thuis, de Bosatlas (daarover later meer), het woordenboek en tegenwoordig Internet. En de Bosatlas ook nog af & toe. Ik vind het nog steeds heerlijk om dingen die ik niet weet te ontdekken en vragen te stellen bij dingen die ik wel -(denk te) we(e)t(en).

Kaarten

Door dat eindeloze gesnuffel in die Bosatlas ga je op een bepaalde manier kijken. Wij hadden er trouwens twee thuis. De eerste kwam binnen in klas twee van de lagere school toen mijn zus naar de middelbare school ging en de tweede was van mij, omdat die van mijn zus inmiddels verouderd was. En dat was ook zo, want tussen '67 en '72 had de Bosatlas een modern jasje aangetrokken met veel meer aandacht voor sociale en economische aspecten. De invloed van de sociale geografie naast de topografie. Waardoor die atlas nóg leuker werd om in te kijken.
Al bleef het heerlijk om weg te dromen. Bij bergen, dat vooral. Ik zal een jaar of 8 geweest zijn toen ik van alle continenten de hoogste toppen kende. Mét de bijbehorende hoogtes uiteraard. En ik het oerstom vond dat de Mont Blanc de hoogste berg van Europa werd genoemd. Dat is nl. de Elbruz (verschillende spellingen) in de Kaukasus. Ruim 800 m meer dan de Mont Blanc.


Mount Elbrus May 2008.jpg
De Elbrús, 5642 m

In hoeverre dat te maken heeft met de liefde van Europa voor het Oosten? Ik weet het niet. 
Kaarten zijn kortom leuk, geweldig leuk zelfs. Eén van mijn zwakke punten is dat ik denk dat als ik iets leuk vind, iedereen het leuk vindt. Dat klinkt nogal onnozel, en dat is ook zo, maar zo zit ik toevallig in elkaar. 
Het heeft onder andere tot gevolg dat ik denk dat iedereen een beetje kaart kan lezen. Dat is niet zo, zo zal verderop blijken. 



Verloren gelopen!

Vorig jaar had ik voor een gezelschap een huttentocht geregeld. Eén hut, makkelijke aanloop en niet al te lastige tweede dag. Er staat wel een waarschuwing bij de beschrijving:

Voor de afdaling goed opletten. Vanaf de Pinetó begin je de afdaling in zuidwestelijke richting, zeer steil, over een route die door gele stippen en steenmannetjes is aangeduid. Eerst ga je over puin en rots, vervolgens daal je in west-noordwestelijke richting de groene helling af. Je blijft de steenmannen volgen.

Dit gezelschap is in plaats van west/noordwest (je kunt twisten of er niet beter: noord/noordwest had moeten staan) zuid/zuidwest een ander dal ingelopen. Dat is niet een beetje de verkeerde kant op, dat is 100% de verkeerde kant op. 
Bepaald niet ongevaarlijk, ze hebben doodsangsten uitgestaan. Het oudste lid van het team zei me letterlijk: "Ik hoop zoiets nooit meer in mijn leven te hoeven meemaken!" en daar keek hij niet erg opgewekt bij. 
Gelukkig goed afgelopen. 

Padvinders


Sindsdien ben ik extra attent voor én die bewuste tocht én de hoedanigheden van de mensen die hem gaan lopen. Deze zomer heb ik nog meer dan voorheen mijn ultieme advies uitgevent: "Als je het niet meer weet, ga terug tot je het pad weer hebt!"

Desondanks kreeg ik deze zomer tot twee keer toe te maken met mensen met oriëntatieproblemen, en één keer werd me zelfs verteld dat de beschrijving niet goed was. Hoewel mijn zus, verantwoordelijk voor de beschrijving, super consciëntieus is en haast geen fouten maakt, kán het wel, dat zij zich heeft vergist. Ze blijft een mens. Daarom besloot ik na het aanhoren van dat verhaal zelf de wandeling te gaan herhalen. Met de beschrijving in handen en zo mogelijk de blik van een leek.

Daarvoor zou ik echter pas na de zomer tijd hebben.

Kaart lezen is niet helemaal mijn ding

Rond 10 augustus meldde zich een gezin waarvoor ik een tweedaagse huttentocht had gereserveerd. Deze dus, zo bleek. De moeder en dochter wilden gaan wandelen, de zoon en vader bleven op de camping die dagen, dat was het plan. 
Opletten! Want een gezelschap van twee is weinig. Eén verstuikte enkel en je zit zwaar in de problemen. 
De moeder zei dat ze er heel veel zin in had, maar ze had gelezen dat de oriëntatie hier en daar lastig was, en daar was ze niet zo goed in, zei ze. En dochter evenmin. Extra opletten!!!

Thuis best

Dus ik zeg: "Laten we het even uitzoeken, jullie vermeende gebrek aan oriëntatie. Er is een veel makkelijker (qua lopen én qua oriëntatie) alternatief voor die tweede dag, als het echt zo droevig is als jullie zeggen, kun je dat gaan doen. Misschien valt het allemaal reuze mee. Luister.........."

"Vraag 1: We zitten hier lekker op het terras, waar is het Noorden?" Die was te moeilijk. 
"Vraag 2: Kunnen jullie de windrichtingen vertellen?" Dat lukte na een paar minuten met zijn vieren. Noord, Oost, Zuid, West. "Goedzo" zei ik. 
"Vraag 3: Waar komt de zon op?" Die leidde tot discussie, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 4: Hoe draait de zon?" Die leidde tot meer discussie, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 5: Nu jullie weten dat de zon in het Oosten opkomt en in het Westen ondergaat, kunnen jullie nu zeggen waar het Noorden is?" (Het was half 3, de zon brandde op onze hoofden.) Dat konden ze niet, dus heb ik het verteld. 

Inmiddels was Tim erbij komen zitten. 

"Vraag 6: (Ik had een kaart gepakt.) Kunnen jullie op deze kaart aangeven wat het Noorden is?" Dat konden ze niet, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 7: Kunnen jullie aangeven op deze kaart waar we nu zijn?" Dat konden ze niet, dus heb ik het verteld. 
"Vraag 8: (Inmiddels had ik uitgelegd dat het handig is om de kaart waarvan de bovenkant het Noorden is zo neer te leggen dat deze bovenkant naar het Noorden "kijkt".) Nu jullie weten dat op een kaart normaal gesproken het Noorden de bovenkant is, jullie bovendien weten waar we zijn op de kaart, kunnen jullie nu aanwijzen op de kaart waar die bergtop is?" Ik wees op de Piu de Linya, vanaf ons terras zichtbaar als een min of meer alleenstaande schijnbare vulkaankegel. Richting pal West, afstand haast 10 km, 2858 m hoog. 

Zij wezen na enige discussie op de kaart de Puig Ansal aan. Richting pal Zuid, afstand 500 m, 1469 m hoog. De pijltjes op de foto hieronder geven het weer:




Tim en ik hebben hen geadviseerd het makkelijker te vinden alternatief te lopen de tweede dag van hun huttentocht. 
  
Belachelijk?

Het bovenstaande waargebeurde voorbeeld heb ik niet opgeschreven om eens lekker te lachen om een stelletje idioten. De bedoeling van het opschrijven zit hem er vooral in te adstrueren dat niet iedereen, zoals Tim en ik bijvoorbeeld, de vaardigheid heeft ontwikkeld om kaarten te kunnen interpreteren. Geen belangstelling of wat dan ook, dat doet er niet zoveel toe. 
Het laat ook zien dat onze aanbeveling: "Neem altijd een kaart en een kompas mee als je gaat wandelen" in zulke gevallen absoluut geen zin heeft. Als je kaarten op zijn kop houdt, afstanden met een faktor 20 verkeerd interpreteert, geen flauw idee hebt dat al die streepjes hoogtelijnen zijn die het landschap dat je om je heen ziet leesbaar maken, dan heb je niks aan een goede topografische kaart 1:25000. 

Voorzichtige conclusie

Inmiddels heb ik de door mijn zus beschreven tocht nagelopen met de bril van een leek, om te checken of er geen fouten in de beschrijving staan. 

De bril van een leek? 

Tijdens die wandeling zijn Suus, Tim en ik ons bewust geworden van het feit dat ervaring zich onder andere omzet in verwachting. We hadden geen van drieën ooit dat specifieke tracé gelopen, maar met af & toe een vluchtige blik op de kaart voedt je het "lezen" van het landschap. Je construeert een beeld van hoe het pad loopt, en checkt dat in het hier & nu. Je verwacht dat het pad, gegeven de terreinomstandigheden een bepaalde route zal volgen, en leest daarmee de kaart. Je kijkt dus niet 360 graden om je heen, je begint te scannen op steenmannetjes daar waar je ze verwacht. En meestal klopt dat, en vind je ze snel. Je voedt elkaar met informatie en wijst elkaar op details die de ander zijn ontgaan.
Als er een splitsing in het pad komt, weet je dat van tevoren. Je kijkt in het terrein waar die splitsing zou kunnen zijn en bent bedacht op het missen ervan wat je de verkeerde richting op zou kunnen laten gaan.  
Dat is het voordeel van ervaring. Ervaring kun je echter met de beste beschrijving niet compenseren. 
Als je naast het gebrek aan ervaring ook niet gevoed kunt worden door het omzetten van het kaartbeeld naar het landschap en andersom, loop je eigenlijk in een doolhof. 
Dat kan vervelende consequenties hebben. Het is hier in de zomer meestal mooi, helder weer. Maar je kunt ook in een onweer met hagel terechtkomen, met tot het vriespunt dalende temperaturen en storm. Als je jezelf dan bezeerd, verworden die leuke bergen van een "Parc de Aventura" in een zeer vijandige omgeving. En er zijn in de bergen géén vriendelijk lachende begeleiders zoals in dat avonturenpark.

Ook dáárom wil ik geen huttentochten meer reserveren voor mensen die nog nooit in de bergen hebben gelopen. Begin eerst eens met een paar dagtochten!

Terug naar de website

Geen opmerkingen:

Een reactie posten