zaterdag 12 oktober 2013

Hoogtevrees

Najaar 2011

Drie dagen geleden zouden Tim, Suus en ik een top gaan beklimmen. Twee eigenlijk, want Tim was er speciaal voor thuis gebleven (de rest was al afgereisd naar Nederland) en wilde graag de paar dagen die ik vrij voor hem kon/wilde maken optimaal benutten. Het geval wilde dat er in de loop van de middag regen voorspeld was, dus op het laatste moment besloten we de twee geplande toppen te laten schieten en in te ruilen voor één andere. Dichterbij, sneller terug dat was het argument. Een goed argument ook, want aan het eind van de middag, na een hevig onweer bij ons thuis, zag ik dat het gehageld had vanaf ongeveer 2500m. En onze top was nog altijd 2747m. Daar wil je niet op staan met een hevig noodweer.



Dat is het eerste goede nieuws. Tim en Suus zijn ook boven geweest. Ik niet. Waarom? Nou, omdat ik een paar meter onder de top, na een lastige klauterpassage (wij kwamen vlak daarvoor drie mensen tegen die hun klimgordels gingen uittrekken op het punt waar wij even pauzeerden voor onze “topaanval”) ineens doodsbang werd. Hoogtevrees. Nooit eerder serieus last van gehad. Nooit meer dan “oeps” hier kun je beter niet verder lopen. En nu ineens: paniek. Hoe kom ik straks weer terug langs dat enge randje boven die afgrond van minstens 200m? Spieren verkrampen, waanbeelden over “dan maar springen” of “val ik hier niet af waar ik nu zit”. Lastig. Gelukkig, en dat was het tweede goede nieuws, kon ik meteen bij het begin van de angstaanval tegen de kinderen zeggen: “Ik ben bang, ik stop.” En op hun vraag of zij wel verder mochten –het was immers een stukje van niks wat ook nog makkelijker leek te zijn dan de voorgaande twintig minuten- kon ik vrij ontspannen antwoorden: “Ja hoor, als jullie maar voorzichtig zijn.”
Dan zit je daar. Onder je die passage waarvan je geen flauw idee hebt hoe je daar langs moet
(112 bellen, helikopter vragen? Was een paar dagen daarvoor nog gebeurd had ik toevallig in de krant gelezen. Op dezelfde top ook nog, meende ik mij te herinneren. Wachten tot er andere mensen boven komen die wel touwen bij zich hebben? Toch maar springen?)
Boven je twee van onze kinderen waarvan je toch wel graag wilt dat ze heelhuids beneden komen. Wel stoer om hen niet lastig te vallen met je eigen angst, maar daar in je eentje zitten wachten is niet bevorderlijk voor de gemoedsrust. Toch maar doorgaan dan en het rustgevende gevoel verkrijgen dat ze beiden gezond, wel en vrolijk op de top zitten. Schreeuwen: “Kom terug!” en horen ze je dan wel, want hoe ver is het eigenlijk nog?

Wat is wijsheid? Het boekje: “Hoe te handelen bij een aanval van hoogtevrees voor dummies?” had ik in ieder geval niet bij me, dus teruggeworpen op mijzelf. Ineens –één minuut, vijf minuten, een kwartier later?-  kwam de klimmer die tegelijk met ons aan het laatste stuk begonnen was voorbij. Via een andere passage, en dat is misschien wel mijn redding geweest, al besefte ik dat toen nog niet. Hij zei: “Je hebt twee erg stoere kinderen!”en vervolgde zuchtend en kreunend zijn weg. Op mijn plaats blijven zitten maakte mij bepaald niet rustiger. Verzitten ook niet. Ogen dicht en proberen te ontspannen, ook dat leverde weinig op. Dus ben ik maar op de paar meter die ik kon overzien en me binnen mijn mogelijkheden van dat moment toeschenen heen en weer gaan klauteren. Twee meter op, twee meter af. Geen idee hoe lang ik dat gedaan heb, maar ik kan me voorstellen dat het vanuit de hemel gezien een koddig gezicht moet zijn geweest: “Wat wil die man?” Na een poosje kon ik weer vrij rustig gaan zitten. En nog een tijdje later hoorde ik de stemmen van de kinderen, leek het. Het was ook zo. Beetje babbelen over hoe de top was (leuk!) en naar beneden. De sleutelpassage vermijdend (via de route van de man die na ons kwam) ben ik naar beneden gegaan.

Rest de vraag: “Heb ik nu voor de rest van mijn leven hoogtevrees of was dit een éénmalige oprisping.” We gaan het zien, maar voortaan neem ik wel touw en gordel mee bij passages die als zodanig beschreven worden.

Terug naar de website

Geen opmerkingen:

Een reactie posten